Wanneer hij zich inschreef voor wielerwedstrijden moest hij steeds zijn paspoort laten zien, aangezien hij als 16-jarige al een zeer grote en sterk gebouwde jongeman was.[3] In 1933 maakte hij als 19-jarige de overstap naar de onafhankelijken. Enkele maanden later werd Karel in het najaar van datzelfde jaar profrenner. Hij won meteen de wielerwedstrijden in Vosselaar en in Oostende.[4][1] Omdat hij een begenadigd sprinter en hard labeur niet schuwde werd hij opgenomen voor de selectie van het wereldkampioenschap1934 te Leipzig.[1][3]
Een van zijn grootste zeges was het wereldkampioenschap wielrennen op het circuit Park von Scheibenholz (Leipzig) in 1934. Na een lange vlucht week Karel Kaers zeer hard af van zijn lijn in de laatste 300m, waarbij Laerco Guerra in de dranghekken geraakte. Hij werd er op twintigjarige leeftijd de jongste wereldkampioen wielrennen op de weg. Het podium werd vervolledigd door Gustave Danneels. Het wereldkampioenschap van 1934 telde overigens maar 26 deelnemers.[1][8][2]
Bij zijn terugkomst in Vosselaar was er een officiële viering voorzien waarbij hij opgewacht werd door de burgemeesters van alle omliggende steden.[3]
Belgisch kampioenschap 1937
De dag voor het Nationale Kampioenschap in 1937 logeerde Karel met enkele andere renners in een café waar de dochter van de cafébaas hem meteen in het oog sprong. Aangemoedigd door andere renners kon hij niet aan de verleiding van het vrouwelijk schoon weerstaan. Op de manier dachten ze zijn nachtrust te kunnen ontnemen.[1]
Karel verscheen op 13 juni als topfavoriet aan de start van het Belgisch kampioenschap in Sint-Kruis (Brugge). Er ontstond een groep van 6 vluchters, met onder andere Karel Kaers, Sylvere Maes en Michel D'Hooghe. Tijdens de ontsnapping slaagde hij erin om de aanvallen te pareren. die tijdens deze ontsnapping alle aanvallen weet te pareren. Karel won de wedstrijd met een voorsprong van twee lengten.[9]
Ronde van Vlaanderen 1939
In 1939 won Karel de Ronde van Vlaanderen. Bij aanvang zag hij de Ronde als training en voorbereiding op Parijs-Roubaix. Hij had zijn wagen geparkeerd aan de Oude Kwaremont, met het gedacht om - eens daar aangekomen - uit de wedstrijd te stappen. Dit was buiten zijn ploegleider gerekend die de wagen verplaatst had zodat Karel de wedstrijd volledig moest uitrijden. Beseffende dat hij niet de volledige koers ging rijden plaatste Karel een demarrage en kwam hij met meer dan 1 minuut voorsprong boven op de Oude-Kwaremont. Toen Karel zijn auto nergens zag staan besloot hij de koers toch uit te rijden met een overwinning en de bergpremie op de Kwaremont tot gevolg.[10][11][12]
Na zijn carrière opende hij een wielercafé naast het Sportpaleis. Dit werd het stamcafé van menig wielerliefhebber. Hij had ook nog een tweedehands autohandel en ging als matchmaker te werk voor wielerzesdaagses. Zo bleef hij ook na zijn carrière op de fiets, een persoon met status in de wielerwereld. Daarnaast hield hij zich in die jaren ook bezig met de opleiding van jonge renners, zoals bijvoorbeeld René Pijpen. Het begeleiden van renners heeft Karel Kaers tot aan zijn dood gedaan. Hij overleed aan een hersenbloeding op 58-jarige leeftijd.[1][13]