Een kar is een vervoermiddel op twee of soms op drie wielen. Een voortgetrokken vervoermiddel op vier wielen, waarvan de voorste twee kunnen sturen, wordt meestal een 'wagen' genoemd. Karren bestaan in alle soorten en maten. Ze worden gebruikt om dingen of personen te vervoeren. Ze kunnen voortbewogen worden door een mens of door trekdieren, bijvoorbeeld paarden, een span ossen of ezels. Een kar wordt tijdens het gebruik door het trekdier in balans gehouden.
Geschiedenis
De eerste karren ontstonden al in de prehistorie, maar de wielen daarvan hadden nog geen spaken. Door de eeuwen werden toepassingen ontwikkeld als snelle strijdkarren en stevige boerenkarren. Lichte strijdkarren werden veelal getrokken door meerdere renpaarden naast elkaar. Zwaar beladen boerenkarren werden op moeilijke trajecten zoals zandwegen bespannen met meerdere trekpaarden vóór elkaar in tandem. Er bestonden vele streekgebonden typen en benamingen.
Typische boerenkarren waren stevig gebouwd met een vast gemonteerd lamoen en zonder vering. De meeste werden gebruikt in de 18e, 19e en begin 20e eeuw. Na het doorzetten van de landbouwmechanisatie in West-Europa in het midden van de twintigste eeuw raakten ze meer en meer in onbruik.
Verschillende karren
Aardkar, kiepkar of mestkar (voor zware lading, bijvoorbeeld stalmest uit de potstal)
(de) Wilhelm Treue (Uitg.) Achse, Rad und Wagen, Vijfduizend jaar cultuur- und techniekgeschiedenis, veertien hoofdstukken 1986 (412 p 299 Afb) ISBN 978-3-525-13173-2