Kapoestin Jar werd in 1946 geopend, in eerste instantie om buitgemaakte rakettechnologie te testen.
De eerste lancering vanaf de basis vond plaats op 18 oktober 1947 met een uit nazi-Duitsland buitgemaakte V-2, waarmee het de eerste raketbasis van de Sovjet-Unie was.
Niet veel later werden ook eigen raketten ontwikkeld en getest. Om deze ontwikkelingen te volgen voerde de RAF in 1953 spionagevluchten uit boven het gebied.[1] In 1957 en 1959 voerden de Amerikanen vluchten uit boven het gebied met de U-2.
Op 16 maart 1962 vond de eerste ruimtelancering vanaf Kapoestin Jar plaats met een raket uit de geheime fabriek van Zjeleznogorsk.[2] Het ging hier om de Kosmos 1, een satelliet van 315 kg die de ionosfeer moest bestuderen. In totaal werden tot de val van de Sovjet-Unie 83 ruimtelanceringen uitgevoerd vanaf Kapoestin Jar, zo'n 3% van alle lanceringen.[3] De reden dat slechts zo'n klein deel van de lanceringen vanaf deze basis gedaan werden, ligt bij de bovengenoemde gevoeligheid voor spionage en het feit dat vanaf het dichter bij de evenaar gelegen Baikonoer Kosmodroom zwaardere ladingen meegenomen konden worden.[4]
Historische lanceringen
18 oktober 1947 (V-2/A-4), eerste lancering vanaf de basis.