De 73ste editie van de KNVB Beker kende Feyenoord als winnaar. Het was de zevende keer dat de club de beker in ontvangst nam. Feyenoord versloeg BVV Den Bosch in een finale die voortijdig werd gestaakt.
Vlak voor het einde van de bekerfinale namen Feyenoordsupporters bezit van het veld.[1][2] Feyenoord krijgt desondanks wel de beker uitgereikt. BVV Den Bosch spant daarop een kort geding aan tegen het Bestuur Betaald Voetbal van de KNVB. BVV Den Bosch krijgt gelijk van de rechter en de tweede helft van de bekerfinale moet worden overgespeeld in het Goffertstadion van NEC. Daarop spant Feyenoord weer een kort geding aan, omdat de club van mening is dat het onmogelijk is om de spelers tijdig van vakantie terug te halen. Feyenoord wint het kort geding en de bekerfinale moet op een later tijdstip worden overgespeeld. De UEFA is dusdanig ontstemd over het feit dat BVV Den Bosch naar de burgerrechter is gestapt, dat het BVV Den Bosch voor drie jaar uitsluit voor deelname aan de Europa Cup. In een latere rechtszaak wordt het eerdere vonnis vernietigd en blijft Feyenoord de bekerwinnaar. Op het uitsluiten van BVV Den Bosch voor de Europa Cup werden door GroenLinksKamervragen gesteld.[3]
Externe links
[2], door de Rec.Sport.Soccer Statistics Foundation (RSSSF)