De Veer ontwikkelde zich na zijn militaire loopbaan tot een verdienstelijk schilder. Hij woonde en werkte toen in Den Haag, dat in de 19e eeuw drie grote kazernes huisvestte, en schilderde meestal huzaren en bereden artilleristen in actie.
De Veer behoorde tot de Hollandse 19e-eeuwse schilders van het militaire genre. Deze kunstenaars verheerlijkten doorgaans het militaire bestaan en toonden een heroïsche wereld van moed, trouw en kracht. De Veer behoorde daarbinnen tot de kleine groep beroepsmilitairen die zich aan het genre wijdden. Rond 1880 begonnen G.H. Breitner en Isaac Israëls in hun werk een meer realistische kijk op het militaire leven te geven.
In 1900 verscheen in twee delen het bekende boekwerk De uniformen van de Nederlandsche Zee- en Landmacht, hier te lande en in de koloniën. Naast Jan Hoynck van Papendrecht hebben Willem Constantijn Staring en Justus Pieter de Veer deze boekwerken van illustraties voorzien; de tekst van deze boekwerken werd verzorgd door F.J.G. ten Raa.