Johann Gottfried ('Han') Robbers (Rotterdam, 23 februari 1881 - Baarn, 30 december 1943) was een Nederlandse architect en ingenieur. Hij verwierf bekendheid als hoofdarchitect bij de Rijksgebouwendienst. Zijn naam komt in uiteenlopende publicaties in de volgende varianten voor: ir. Johan G. Robbers, J.G. Robbers, Johan G. Robbers en Johan Godfrid Robbers.
Levensloop
Robbers studeerde bouwkunde aan de toenmalige Technische Hogeschool in Delft, waar hij in 1905 zijn diploma bouwkundig ingenieur behaalde.
Van 1907 tot 1910 verbleef hij in Peking om in opdracht van de regering de gebouwen van het Nederlands gezantschap neer te zetten. Terug in Nederland werd hij in 1912 adjunct-architect van de Haagse Gemeentewerken. Twee jaar later, in 1914, werd hij adjunct-rijksbouwmeester voor de Justitiegebouwen om in 1923 hoofdarchitect te worden van de Rijksgebouwendienst.[1]
Lijst van bouwwerken
Auteur
Robbers schreef ook over architectuur, onder meer in het door zijn vader opgerichte en door zijn broer Herman geredigeerde cultuurmagazine Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift.
Persoonlijk
Hij is het jongste kind van de uitgever Jacobus George Robbers en de enige zoon die niet terecht kwam in zijn vaders uitgeverij (Elsevier). Hij is de broer van onder anderen Herman Robbers.
Robbers was twee keer gehuwd. Bij zijn overlijden met Geertruida Bosman (sinds 16 november 1933), daarvoor met Elise Albertine Francine Gostelie (sinds 19 augustus 1913), van wie hij zou scheiden.
Het is niet bekend of hij (verre) familie was van de architect C.L.M. Robbers, die vanuit Haarlem werkte en vooral kerken bouwde.
Archief
Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ Het perceel grond, vlak bij het huis van hun vader, die de villa Maryano (genoemd naar zijn dochters) aan Parkweg 2 bewoonde, was gekocht door vier kinderen van Jacobus George Robbers en de architect Johannes Jacobus Gort. Nadat de huizen waren gebouwd, ging zij er ook wonen, nadat Belvedèreweg 1 was verkocht aan Nicolaas George Pierson: Gort ging wonen op nummer 3, Johan Godfried op nummer 5 en de zusters Anna en Mary op nummer 7.
- ↑ Robbers bouwde dit huis voor zijn broer Herman. Het was destijds een modern buitenhuis, gelegen in een grote tuin, waarvan het grootste deel nog steeds uit 'natuur' bestond, want Robbers had bij de koop moeten verklaren dat hij de ‘de nollen’ niet zou laten afgraven. Van 1941-1950 (met uitzondering van een deel tijdens de 2e Wereldoorlog toen de villa werd gevorderd door de bezetter) werd de villa bewoond door Nicolaas Hortensius met zijn vrouw Grietje Frederika Hof. In 1950 scheidde hij en bleef Grietje daar wonen. In 1965 kochten Jan Lam en zijn vrouw Maartje Lam-Kool het huis.