Frederiks was van 1928 tot aan zijn pensioen Hoofddirecteur van de Oude Haagsche van 1836, een levensverzekeringsmaatschappij.[4][5]
Voorlopige Monumentenraad (1946-1962)
Bij de oprichting van de Voorlopige Monumentenraad in 1946 werd Frederiks benoemd tot lid. Hij was actief in de commissies Monumentenbeschrijving en Oorlogsgevaren. Frederiks werd in 1951 voorzitter van de commissie Musea en in 1957 van de commissie Monumentenzorg. Frederiks was voorzitter van de Voorlopige Monumentenraad toen in 1961 uiteindelijk de Monumentenwet werd aangenomen.[6]
Publicaties
De Meesters der Plaquettepenningen (1943), Uitgegeven ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het Nederlandsch Genootschap voor Munt- en Penningkunde[7]
De kunstcollectie van Frederiks werd verdeeld over zijn twee kinderen. Zijn dochter, plastisch chirurg dr. Edith Frederiks, gaf in 1968 haar deel in bruikleen aan het Museum Boijmans-van Beuningen. In 1994 schonk ze deze collectie definitief aan het museum. De donatie bestond uit 350 stukken, waarvan de Christus voor Pilatus een van de meest bekende is. De bronssculpturen werden gezien als beeldbepalend voor het museum.[11] In 2022 gaf het museum zes Italiaanse majolica borden uit de Frederiks-collectie terug aan de erfgenamen van Fritz en Louise Gutmann, de oorspronkelijke eigenaars.[12]
Mr. J. W. Frederiksprijs
Sinds 1967 wordt de Mr. J. W. Frederiksprijs uitgereikt voor de beste studie op het gebied van kunstnijverheid, kleine plastiek en ornamentiek. Sinds 2013 wordt de prijs toegekend door de Stichting Mr. J. W. Frederiks ter bevordering van de studie van oude kunstnijverheid.[13] De prijs wordt uitgereikt op de Kunsthistorische Dag van de Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici.