Jo Thijsse

Johannes Theodoor Thijsse
Prof. Ir. J. T. Thijsse, 1939
Prof. Ir. J. T. Thijsse, 1939
Persoonlijke gegevens
Geboortedatum 11 april 1893
Geboorteplaats Amsterdam
Overlijdensdatum 30 april 1984
Overlijdensplaats Leiderdorp
Begraafplaats BloemendaalBewerken op Wikidata
Locatie begraafplaats Begraafplaats op Find a Grave
Nationaliteit Nederlandse
Academische achtergrond
Alma mater Technische Universiteit DelftBewerken op Wikidata
Wetenschappelijk werk
Vakgebied Waterbouwkunde
Universiteit TU Delft
Soort hoogleraar gewoon hoogleraarschap

Johannes Theodoor Thijsse (Amsterdam, 11 april 1893Leiderdorp, 30 april 1984) was een Nederlandse waterstaatkundig ingenieur en lange tijd hoofd van het Waterloopkundig Laboratorium in Delft.

Levensloop

Thijsse was de oudste zoon van bioloog en natuurbeschermer Jac. P. Thijsse. Na zijn studie weg- en waterbouw aan de Technische Hogeschool te Delft kwam hij in 1918 in dienst van de Staatscommissie Zuiderzee onder leiding van Hendrik Lorentz. Dit was een jaar voordat Johan van Veen, de latere vader van het Deltaplan, afstudeerde, en met wie hij nogal wat conflicten had.

In 1920 werd hij ingenieur bij de Dienst der Zuiderzeewerken waar hij in 1943 hoofdingenieur werd. In opdracht van deze dienst kwam hij in aanraking met hydrodynamisch modelonderzoek.[1] Rijkswaterstaat en de Technische Hogeschool Delft begonnen in 1927 ook met deze onderzoeksmethodiek door de oprichting van het Waterloopkundig Laboratorium, met Thijsse als hoofd. Thijsse had hier ervaring mee opgedaan omdat hij voor Rijkswaterstaat het modelonderzoek voor de uitwateringssluizen bij prof. Rehbock in Karlsruhe begeleid had.[2] Dir onderzoek bleek heel nuttig en omdat Rijkswaterstaat verwachtte dat veel meer van dit onderzoek nodig zou zijn besloot met eenzelfde instituut in Nederland op te richten. Het aanvullende onderzoek voor de Afsluitdijk is dan ook bij het Waterloopkundig Laboratorium gedaan, hetgeen dan ook de eerste grote opdracht was.[3]

In 1938 kreeg Thijsse ook een aanstelling als buitengewoon hoogleraar in de theoretische en experimentele hydraulica te Delft als opvolger van Gerard Henri de Vries Broekman.

Thijsse werd beschouwd als autoriteit op het gebied van de hydraulica en waterbouwkunde. Voor vrijwel alle waterstaatswerken werd zijn advies gevraagd en deed 'zijn' instituut onderzoek. Voor de kruising van het Amsterdam-Rijnkanaal en de Lek ontwikkelde hij speciale leidammen, de eieren van Thijsse. In 1953 nam hij zitting in de Deltacommissie. In het rapport van de commissie dat leidde tot het Deltaplan nam hij bijdrage IV.1 van deel 5 voor zijn rekening, met daarin de beschrijving van het 'Deltamodel', het schaalmodel van de Nederlandse delta zoals dat bij het laboratorium was nagebouwd.

In 1966 werd een stenen reliëfportret van hem aangebracht in het gebouw van het Waterloopkundig Laboratorium, vervaardigd door de beeldhouwer Henk Etienne.

Thijsse stond aan de wieg[4] van de internationale waterbouwkundige opleiding, die later bekend werd onder de naam IHE Delft Institute for Water Education, in Delft en waar al decennialang vele waterbouwers (met name uit ontwikkelingslanden) worden opgeleid.

Onderscheidingen

In 2017 werd ir. Johannes Theodoor Thijsse geselecteerd voor de Alumni Walk of Fame[5] ter gelegenheid van het 175-jarig bestaan van de TU Delft. Thijsse kreeg dit eerbetoon voor zijn prestaties als gerenommeerd waterstaatkundig ingenieur en voor zijn functie als hoofd van het Waterloopkundig Laboratorium in Delft.
Hij is tot erelid benoemd van de International Association for Hydraulic Research (IAHR).

In 1973 is het Waterloopkundig Laboratorium vanuit de binnenstad van Delft verhuisd naar een groot terrein aan de zuidkant van de TU Delft campus. Deze vestiging kreeg toen de naam “Thijsse Erf”.

Foto's

Publicaties

Zie de categorie Johannes Theodoor Thijsse van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.