Na haar rechtenstudie schreef Milquet zich als advocate in bij de balie van Brussel. Tegelijkertijd werkte ze van 1986 tot 1990 als assistente aan de Université catholique de Louvain. Na een intermezzo bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen werd ze in 1987 parlementair medewerker van de PSC-fractie in de Senaat. Vervolgens werd ze in 1990 politiek secretaris van de PSC-Senaatsfractie en werkte ze van 1992 tot 1995 als kabinetsmedewerker en daarna als adjunct-kabinetschef op het kabinet van Michel Lebrun, toenmalig minister in de Franse Gemeenschapsregering.
Politieke loopbaan
In juni 1995 werd ze als rechtstreeks gekozen senator lid van de Senaat en bleef dit tot in 1999. In de Senaat was ze voorzitster van de commissie Binnenlandse Zaken. Van 1999 tot 2014 was ze vervolgens lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers. Tijdens haar ministerieel ambt werd ze vervangen door Georges Dallemagne en vanaf 16 mei 2013 door Jeanne Nyanga-Lumbala.
In februari 1995 werd Milquet politiek secretaris van de PSC, waarna ze van 1995 tot 1999 ondervoorzitter van de partij was. In 1996 verloor ze met enkele stemmen het verschil de verkiezingen voor het partijvoorzitterschap van Charles-Ferdinand Nothomb. In oktober 1999 volgde ze Philippe Maystadt als partijvoorzitter op. In het kader van een moderniseringscampagne waarbij men meer kiezers wilde aantrekken gaf ze de aanzet tot een naamswijziging van haar politieke partij, die in 2002 plaatsvond. In plaats van Parti social chrétien (PSC) ging deze voortaan Centre démocrate humaniste (cdH) heten en werd de band met de christendemocratie losser. Ze bleef partijvoorzitter tot in 2011, wanneer Benoît Lutgen haar opvolgde.[1]
In april 2016 bood Milquet haar ontslag aan als minister in de Franse Gemeenschapsregering nadat ze in verdenking werd gesteld van het overtreden van de wet op de verkiezingsuitgaven. Er werd vermoed dat ze net voor de verkiezingen van 2014 acht nieuwe kabinetsmedewerkers had aangesteld om haar verkiezingscampagne te ondersteunen, wat wettelijk verboden is. Milquet ontkende de beschuldigingen.[3][4] In 2018 werd een tweede onderzoek naar haar geopend, volgens de pers na vermoedens dat ze getuigen uit het onderzoek had proberen te beïnvloeden. Ook dat ontkende ze.[5] In verband met deze gerechtelijke onderzoeken vroeg het gerecht in maart 2024 aan de Kamer de opheffing van haar parlementaire immuniteit die ze als voormalig minister genoot.[6]
Ze werd na haar ontslag in 2016 in haar functies opgevolgd door Marie-Martine Schyns (Leerplichtonderwijs) en door Alda Greoli (Cultuur en Kleine Kinderen). Die laatste werd ook de nieuwe viceminister-president.[7] Ze keerde terug naar het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, waar ze bleef zetelen tot in 2019, en werd opnieuw actief als advocate.[8]
Bij de verkiezingen van mei 2019 zou Milquet opnieuw de Brusselse Kamerlijst voor haar partij aanvoeren.[10] Ze trok haar kandidatuur echter terug in om zich op haar Europese job te concentreren.[11]
In november 2019 werd ze aangesteld als bestuurslid van de Franstalige publieke omroep RTBF.[12] Eind 2024 volgde ze Baptiste Erkes als voorzitter op.[13]
In 2020 werd Milquet voorzitter van het European Centre for Electoral Support (ECES).[14]
Regeringsformatie 2007
Tijdens de regeringsformatie in 2007 kreeg Milquet in de Vlaamse pers, mede door haar harde houding tegenover een mogelijke staatshervorming, de bijnaam "Madame Non".[15] Haar houding om duidelijke precisering en de wil om alle details van de overeenkomst uitgeklaard op papier te willen hebben deed toen het begrip milquettisering ontstaan.
De moeizaam verlopende besprekingen tussen haar aan de ene kant en CD&V aan de andere kant, leidden ertoe dat formateurYves Leterme (CD&V) op 23 augustus 2007 zijn formatieopdracht aan koning Albert II teruggaf.
Op 1 december 2007 werden de onderhandelingen een tweede keer stopgezet, omdat het cdH alsook de andere Franstalige partijen niet konden instemmen met de Vlaamse eisen voor meer zelfstandigheid. Guy Verhofstadt werd vervolgens aangesteld als informateur. Dit leidde tot de interim-regering-Verhofstadt III. Tijdens deze interim-regering werd er verder geformeerd om tot een definitieve regering te komen. Deze werd als de regering-Leterme op 20 maart 2008 beëdigd. Milquet bekleedde daarin de positie van vicepremier en minister van Werk en Gelijke Kansen. Het was pas op het laatste moment van de formatie dat zij in de nieuwe regering zitting nam. Later gaf ze aan weinig vertrouwen te hebben in de toekomst van deze regering en zich grote zorgen te maken over het verloop van de staatshervorming.[16]
Familie
Milquet was gehuwd met Pierre Delsaux, directeur-generaal bij de Europese Commissie. Ze kregen vier kinderen. Haar neef Julien Milquet is schepen van Anderlecht.[17]