151e Infanterie Regiment 14e Infanterie Divisie 13e Militaire Divisie 16e Militaire Divisie Leger B Franse Eerste Leger Opperbevelhebber van alle strijdkrachten in West-Europa
De Lattre bezocht de Collège Saint Joseph in Poitiers, van 1898 tot 1904 de marineacademie en van 1908 tot 1911 de École Spéciale Militaire de Saint-Cyr. Daarna bezocht hij in 1912 de School voor Cavalerie in Saumur. Hij nam deel aan de Eerste Wereldoorlog en raakte twee keer gewond. Na de Eerste Wereldoorlog diende hij als officier in het Franse hoofdkwartier tijdens de Rifoorlog. De Lattre kwam in 1932 bij het hoofdkwartier van generaal Maxime Weygand[3] en diende toen in het hoofdkwartier van een infanterieregiment in Metz. In 1935 was hij hoofd van de École Spéciale Militaire de Saint-Cyr. Tussen 1937 en 1938 was hij hoofd van de chef-staf van de gouverneur van Straatsburg. Op 23 maart 1939 werd hij de jongste brigadegeneraal in de Franse geschiedenis.
Tweede Wereldoorlog
Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog voerde De Lattre het bevel over de 14de Infanteriedivisie aan de Aisne tot aan de wapenstilstand met de Duitsers. Hij won een kleine slag in Rethel, waar een Duitse officier gezegd had dat het Franse verzet klein was, net als de Slag om Verdun.[bron?]
De Lattre bleef in actieve dienst en werd bevelhebber van de Vichy-Franse troepen in de 13de Militaire Regio in Clermont-Ferrand. Daarna voerde hij in 1941 het bevel over de Vichy-Franse troepen in Tunesië. Hij nam in 1942 het bevel over de 16de Divisie, maar begon een anti-Duitse troepenmacht te organiseren, wat leidde tot zijn arrestatie en veroordeling tot tien jaar gevangenisstraf. Hij ontsnapte en vluchtte naar Algiers, waar hij het bevel overnam van het French Army B. French Army B was een van de twee legers in het Southern Group of Armies beter bekend als de U.S. 6th Army Group die opgericht was voor een invasie in Zuid-Frankrijk (Operatie Dragoon). Het andere leger was de US Seventh Army onder bevel van Alexander M. Patch. Voor de invasie in Zuid-Frankrijk landden delen van het leger van De Lattre op Corsica. De invasie van de Provence bereidde hij voor in Napels, in het Institut français Napoli.
Daarna landde De Lattre op 16 augustus 1944 in de Provence en begonnen zijn troepen met de bevrijding van Frankrijk. Op 25 september 1944 werd French Army B omgevormd tot het Franse Eerste Leger. Het leger stak na hevige gevechten de Vogezen over. Daarna namen de mannen van De Lattre Belfort in en toen liet De Lattre zijn leger halt houden en liet de Duitsers toe om de Zak van Colmar te creëren. In december 1944 mislukten De Lattre’s pogingen om Colmar in te nemen, maar hij was wel in staat om in januari en februari 1945 de 'zak' te laten bezwijken na de succesvolle verdediging van Straatsburg.
Door de aanmoediging van Charles de Gaulle werden de leden van de Résistance die door wilden vechten ingelijfd bij het Franse Eerste Leger van De Lattre. Na de bevrijding van Frankrijk trok het Franse Eerste Leger Duitsland in. In Duitsland telde het leger 300.000 man en nam het Karlsruhe, Ulm en Stuttgart in. Daarna trok het de Donau over, richting Oostenrijk. Op 8 mei 1945 ondertekende De Lattre te Berlijn, als vertegenwoordiger van Frankrijk, het protocol van de algemene Duitse capitulatie. De Lattre trad ook toe tot de Geallieerde Controleraad als vertegenwoordiger van Frankrijk.
Na de Tweede Wereldoorlog
Tussen december 1945 en maart 1947 was de Lattre inspecteur général en chef d’État-major général de l’armée. In maart 1947 werd hij inspecteur général de l’armée en inspecteur général des forces armées. Van oktober 1948 tot december 1950 was De Lattre opperbevelhebber van alle strijdkrachten in West-Europa in Fontainebleau.
Tussen 1950 en 1952 voerde De Lattre het bevel over de Franse troepen tijdens de Eerste Indochinese Oorlog en was daarnaast Hoge Commissaris.[bron?] Hij won drie grote slagen bij Vinh Yen, Mao khé en Yen Cu Ha en verdedigde met succes het noorden van Indo-China tegen de Viet Minh. Zijn enige zoon Bernard de Lattre de Tassigny sneuvelde tijdens de oorlog in actie. In 1951 keerde De Lattre wegens ziekte terug naar Parijs waar hij later stierf. Hij werd in 1952 postuum gepromoveerd tot Maarschalk van Frankrijk.