In oktober 1940 viel het fascistische Italië Griekenland binnen, maar werd teruggedreven in Albanië. De Duitse FührerAdolf Hitler kwam vervolgens zijn bondgenoot Benito Mussolini te hulp. Hij deed dit niet alleen om het aanzien van de asmogendheden te herstellen, maar ook om te voorkomen dat Groot-Brittannië de kans kreeg om de Roemeense olievelden te bombarderen, waar Duitsland de meeste aardolie vandaan haalde.
Nadat Hongarije, Roemenië en Bulgarije zich hadden aangesloten bij de asmogendheden voerde Hitler druk uit op Joegoslavië om zich ook bij het driemogendhedenpact te voegen. Regent prins Paul van Joegoslavië zwichtte onder de druk op 25 maart 1941. Twee dagen later vond er een staatsgreep plaats en Peter II, die nog maar 17 jaar was, werd door het leger op de troon gezet om zijn oom de regent te vervangen. Deze onverwachte gebeurtenis maakte dat Hitler besloot samen met bondgenoten Joegoslavië binnen te vallen.
Invasie
Vanaf 6 april vielen de vijandige legers het land binnen. De Duitse Luftwaffe bombardeerde Belgrado. Het Duitse leger viel als eerste aan, enkele dagen later gevolgd door Italiaanse en Hongaarse troepen. Koning Boris III van Bulgarije zette geen troepen in met als argument dat hij deze nodig had om het Duitse twaalfde leger tegen Turkije te beschermen. Ook Roemenië hield zich op deze wijze buiten de strijd.
Joegoslavische leger
Het Koninklijke Joegoslavische leger was gevormd na de Eerste Wereldoorlog en uitgerust met wapens en materiaal uit die periode, hoewel enige modernisering intussen op gang was gekomen.
· ·
Bezette landen door nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog