Hypervalente joodverbindingen worden in de organische synthese aangewend als oxidatoren. Edelgasverbindingen zijn per definitie hypervalent: zij bezitten in normale toestand reeds hun octetconfiguratie.
Discussie en kritiek
Of hypervalentie als een afwijking van de normale chemische binding beschouwd moet worden is een onderwerp van lopende academische discussies. Zo stelde de Canadese scheikundige Ronald Gillespie in 2002 voor het hele begrip te schrappen omdat er geen fundamenteel verschil is tussen de bindingen die optreden in hypervalente en in niet-hypervalente deeltjes.[3] Voor hypervalente moleculen waarbij elektronegatieveliganden voorkomen, zoals bij fosforpentafluoride, is reeds aangetoond dat deze liganden voldoende elektronendensiteit van het centrale hypervalente atoom kunnen wegtrekken, zodat opnieuw aan de octetregel voldaan wordt. Deze observatie wordt versterkt door het feit dat van hypervalente moleculen met fluorliganden geen tegenhangers met hydrideliganden bestaan (althans niet onder normale omstandigheden). Zo is de hydride-tegenhanger van fosforpentafluoride, fosforaan (PH5), een extreem instabiele verbinding.
Dientengevolge stelde Paul von Ragué Schleyer in 1984 voor om het begrip hypervalentie te vervangen door hypercoördinatie.[4]