Heinrich Liebe trad in 1927 als cadet toe tot de Reichsmarine. Op 1 juni1931 werd hij bevorderd tot Oberfähnrich-zur-See. Na zijn opleiding werd hij in 1938 Radio Officier op de "SMS Schleswig-Holstein", een pantserkruiser uit de Deutschland-klasse, waarna hij op 1 oktober1936 commandant werd van de U-2 (Type II A) als instructeur en later (1938) van de U-38 ( Type IX A). Van 1938 tot 1941 nam Liebe deel aan de strijd in de Atlantische Oceaan en ondernam in totaal 9 expedities, waarna hij een adviesfunctie (referent) kreeg in het maritieme commando van het marinehoofdkwartier.
Tweede Wereldoorlog
Met de U-38 begon Heinrich Liebe zijn eerste oorlogspatrouille op 19 augustus1939 vanaf Wilhelmshaven. De resultaten bleven niet uit en nabij Lissabon, Portugal, wist Liebe twee Britse vrachtschepen tot zinken te brengen, alvorens terug te keren naar de Duitse haven op 18 september. Op 2 november zette Liebe op zijn tweede patrouille, koers naar de Noorse wateren.
Liebe's vierde patrouille, op 8 april1940, gebeurde ook in de Noorse wateren, ter ondersteuning van Operatie Weserübung, de invasie van Noorwegen. Ook tijdens deze patrouille deelde Liebe mede de negatieve ervaring van niet-werkende torpedo's, zoals bij vele andere U-bootkapiteins die actief bezig waren in het Noorse gebied. In de loop van 1940 belaagde Liebe de zware kruiserHMS Effingham maar alle torpedo's ontploften niet tegen de romp, tot zijn frustraties toe.
De U-38 begon haar vijfde patrouille op 6 juni 1940, dat belast werd met het patrouilleren in de westelijke toegangen uit het zuiden van Ierland. Liebe wist zes schepen tot zinken te brengen tijdens deze patrouille en slaagde er ook in, een Duitse geheim agent, op 12 juni, op de Ierse kust af te zetten.
Tijdens zijn zesde patrouille liet Liebe drie schepen zinken en werd dan overgeplaatst naar de nieuwe 6e Unterseebootsflottille-basis in Lorient, Frankrijk. Gedurende deze patrouille, op 14 augustus, werd Liebe met het Ridderkruis van het IJzeren Kruis onderscheiden.
Op 9 april zette Liebe koers naar scheepsactiviteiten nabij Freetown, Afrika. Dit was Liebe negende en laatste patrouille met de U-38, waarmee hij 8 schepen tot zinken had gebracht met een totale bruto register ton (BRT) van 47.279 ton. Voor deze successen ontving Liebe het Eikenloof (Eichenlaub) bij zijn Ridderkruis van het IJzeren Kruis op 10 juni1941. Op 29 juni ging hij met de U-38 terug naar Lorient. Op 22 juli bracht Liebe zijn commando van de U-38 over aan de nieuwe bevelhebber, Heinrich Schuch.
Na zijn vertrek van de U-38, werd Liebe ingedeeld bij de Staf van het Oberkommando der Marine. In augustus 1944 werd hij overgeplaatst naar het Stafpersoneel van de Opperbevelhebber van Onderzeeboten (Befehlshaber der Unterseeboote of BDU), Hans-Georg von Friedeburg, welke Liebe tegelijkertijd bevorderd werd tot Fregattenkapitän op 1 oktober 1944.
Na de oorlog
Na de oorlog keerde Liebe terug naar zijn geboortedorp in de Sovjet-sector om er te leven met zijn ouders. Hij weigerde om de Sovjet onderzeebootmarinemensen op te leiden. Hij voelde aan, dat het de schuld was van zijn onterend voormalig beroep, om daar nog gebruik van te maken.
Heinrich Liebe overleed op 27 juli 1997 en werd begraven in Eisenach in de deelstaat Thüringen, Duitsland. Hij was 89 jaar toen hij stierf.
Successen
34 schepen tot zinken gebracht met een totaal van 187.267 BRT
Een schip beschadigd met een totaal van 3.670 BRT
Gehuldigd met het Ritterkreuz (Ridderkruis) 1e Klasse met Eichenlaub (Eikenloof) en het U-Bootinsigne.
Scherzer, Veit. Die Ritterkreuzträger 1939–1945 Die Inhaber des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939 von Heer, Luftwaffe, Kriegsmarine, Waffen-SS, Volkssturm sowie mit Deutschland verbündeter Streitkräfte nach den Unterlagen des Bundesarchives. Jena, Duitsland: Scherzers Miltaer-Verlag. 2007, ISBN 978-3-938845-17-2.
Busch, Hans-Joachim; Röll. Der U-Boot-Krieg 1939–1945 — Die Ritterkreuzträger der U-Boot-Waffe von September 1939 bis Mai 1945. Hamburg, Berlijn, Bonn, Duitsland: Verlag E.S. Mittler & Sohn. 2003, ISBN 978-3-8132-0515-2.