na zijn bevordering tot SS-Untersturmführer, als tijdelijk kampcommandant in de accufabriek (te Herrenhausen-Stöcken) in Concentratiekamp Hannover-Stöcken, in de winter 1943/44
Griem wordt door overlevenden van deze kampen beschreven als een man met een sadistisch karakter, die vaak dronken was en er plezier in had gevangenen te martelen, of willekeurig op hen te schieten, waardoor verscheidene gevangenen om het leven kwamen.
In april 1945 werd hij door Britse troepen krijgsgevangen gemaakt. Al spoedig kwam zijn rol in de concentratiekampen aan het licht, maar hij wist in 1947 uit gevangenschap te ontsnappen en onder te duiken. Twintig jaar lang woonde hij gewoon onder zijn eigen naam te Hamburg-Bergedorf. In januari 1969 werd hij, na enige jaren van politiespeurwerk, opgespoord en aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden, o.a. moord op gevangenen in concentratiekampen. Kort voordat het eigenlijke proces in 1971 zou beginnen, overleed Griem.