Aan het front beperkte Hanns Hönscheid zich niet tot journalistiek. Hij trok met de soldaten ten strijde. Op zijn conto staat het vernietigen van zeven vijandelijke tanks met antitankmijnen tijdens de zware gevechten tijdens de Duitse terugtocht naar het gebied van Frosinone en Monte Cassino. Hij was als aanvoerder van een eenheid stoottroepen verantwoordelijk voor het gevangennemen van 827 krijgsgevangenen. In Italië werd hij, zwaargewond, gevangengenomen maar hij wist te ontsnappen.
Hönscheid nam op 14 september 1944 dienst in het leger. Daar werd zijn rang als onderofficier (Oberfeldwebel) gegeven. Hij werd voor zijn acties in Italië in de laatste dagen van de oorlog voorgedragen voor het felbegeerde ridderkruis van het IJzeren Kruis. Dat kruis werd hem op 12 maart 1945 omgehangen. Eerder verwierf hij al de Nahkampfspange en hij ontving ook het Duits Kruis in goud, de gebruikelijke opstap naar het ridderkruis.
Aan het einde van de oorlog was hij woordvoerder met de Duitse regering onder Karl Dönitz in Plön en Flensburg.
(de) Fellgiebel, Walther-Peer. Die Träger des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939–1945 – Die Inhaber der höchsten Auszeichnung des Zweiten Weltkrieges aller Wehrmachtteile. Friedberg, Duitsland: Podzun-Pallas. 2000. ISBN 978-3-7909-0284-6.
(de) Scherzer, Veit. Die Ritterkreuzträger 1939–1945 Die Inhaber des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939 von Heer, Luftwaffe, Kriegsmarine, Waffen-SS, Volkssturm sowie mit Deutschland verbündeter Streitkräfte nach den Unterlagen des Bundesarchives. Jena, Duitsland: Scherzers Miltaer-Verlag. 2007. ISBN 978-3-938845-17-2.