In de nasleep van de Frans-Duitse Oorlog ging La Païva zich met de politiek bemoeien. Wellicht trachtte ze een rol te spelen in de onderhandelingen tussen Frankrijk en Pruisen. Het leverde haar een verdenking van spionage op, waarna het paar zich genoodzaakt zag Frankrijk te verlaten. Sinds 1903 is het gebouw in handen van de Travellers Club.
Tot de meest markante elementen behoren de in geel marmer uitgevoerde centrale trap, een badkamer in Moorse stijl en een badkuip van geel marmer. En andere badkuip, uitgevoerd in zilver, bevat drie kranen: naar verluidt één elk voor water, melk en champagne.[2] Verder bevat het paleis talloze schilderijen en beeldhouwwerken, alsmede een plafondschildering van de hand van Paul Baudry.
De binnenplaats wordt ontsloten door twee poorten, zodat koetsen door de ene konden binnenkomen en door de andere wegrijden.
Ontvangst
Het opzichtige gebouw werd niet door iedereen even goed ontvangen. De broers De Goncourt noemden het paleis 'Louvre de Cul'[1] (paleis van de kont) en een populaire uitspraak luidde: "Het werk vordert goed. Het belangrijkste ligt er al: het trottoir."[2][3]