Groot-Gelmen is een Haspengouws landbouw- en woondorp aan de Herk die de oostgrens vormt. De RomeinseheerwegTongeren - Bavay vormt de noordgrens van het dorp dat op 8 kilometer ten zuidoosten van Sint-Truiden ligt.
Etymologie
Groot-Gelmen werd voor het eerst vermeld in 966 als Galmina, Germaans voor "korenschoven".
Geschiedenis
Het dorp was een leen van het graafschap Loon. In 966 werd het door Graaf Immo geschonken aan de Dom van Aken. Daarna werd Groot-Gelmen een deel van de heerlijkheid Gelinden en rechtstreeks bezit van het prinsbisdom Luik. Op het grondgebied bevond zich nog een tweede leen, namelijk Ten Motten dat afhing van het hof van Luik.
In 1795 bij het ontstaan van de gemeenten werd Groot-Gelmen een zelfstandige gemeente. Het bleef lange tijd een landbouwdorp en evolueerde langzaam naar een woondorp. In 1971 werd de gemeente opgeheven en ging Groot-Gelmen samen met Engelmanshoven, Gelinden en Klein-Gelmen deel uitmaken van de nieuwe fusiegemeente Gelmen. In 1977 werd Gelmen reeds opgeheven en werd Groot-Gelmen een deelgemeente van Sint-Truiden.
Groot-Gelmen ligt op de grens van Droog- en Vochtig-Haspengouw. De oostgrens wordt gevormd door de vallei van de Herk. De Romeinse heerwegTongeren - Bavay vormt de noordgrens van de deelgemeente. Landbouw en met name fruitteelt vormen de bestaansmiddelen.