George Nicolaas Itz werd op 26 december 1799 geboren in 's-Hertogenbosch. In deze stad volgde hij een opleiding tot bouwkundige aan de in 1812 opgerichte Académie Impériale et Royale de peinture, sculpture et architecture, oftewel het Stadstekeninstituut, waar gratis werd lesgegeven. Hij was een vaardig tekenaar en studeerde in 1818 af als een van de besten van zijn klas. Hij was een van de weinige leerlingen die daarna een succesvolle carrière als architect doorliep. Na twee jaar in de nationale militie werd hij in 1820 aangesteld als waarnemend docent bouwkunde aan de Académie. Toen de Académie in 1828 de naam Koninklijke School voor Nuttige en Beeldende Kunsten kreeg, werd hij tweede leraar in de bouwkunde. Samen met de eerste leraar plande en begeleidde hij de verbouwing en uitbreiding van de school.
Op 8 december 1831 werd Itz benoemd tot architect van de gemeente Dordrecht, maar hij ging pas een jaar later, op 31 december 1832 aan de slag. Hij ging wonen op Voorstraat 490. Als stadsarchitect en opzichter van de kerkgebouwen hield hij zich met zowel wereldlijke als religieuze instellingen bezig. Tot de nog bestaande gebouwen die hij ontwierp of verbouwde behoren het stadhuis, de Korenbeurs, de Boterbeurs en het Krankzinnigengesticht (nu Dordrechts Museum). Een geslaagd voorbeeld van kerkelijke architectuur is Maria Maior, de kerk voor de Oud-Katholieke Gemeente aan de Voorstraat. Zijn scholen zijn echter merendeels verdwenen. Van de ijzeren bruggen die hij ontwierp, zijn de Nieuwbrug, de Damiatebrug en de Lange IJzeren Brug nog altijd opvallende verschijningen in het stadsbeeld.
Vanaf 1842 publiceerde hij artikelen in het nieuwe tijdschrift Bouwkundige Bijdragen, onder andere over zijn onderzoek naar de fundering van de verzakkende toren van de Grote Kerk en over de constructie van de Lange IJzeren Brug.
Vanwege overwerktheid en lichamelijke ongemakken kreeg hij op zijn eigen verzoek op 31 december 1866 eervol ontslag. G.N. Itz overleed tweeënhalf jaar later, op 7 juli 1869, in Dordrecht.
1837 – School no. 2: Eerste Stads-Tusschenschool in 't Hof, Hofstraat – afgebroken
1844 – verbouwing Vrouwenhuis (vh. Begijnhof) tot Stedelijke bewaarschool; in 1864 gevolgd door nieuwbouw van de Tweede Stads-Tusschenschool (School no. 3), Bagijnhof – in 1905 vervangen door het inmiddels gesloopte Postkantoor
1860 – verbouwing Diaconie-bewaarschool (vh. Pesthuis ter Nieuwerkerk) tot Armenschool (School no. 4), hoek Vest-Heer Heymansuysstraat – in 1868 uitgebreid; in 1905 afgebroken voor een nieuwe school
1860-1862 – School no. 5: Tweede Armenschool aan het Nieuwkerkhof, Nieuwkerksplein – in 1901 afgebroken voor een nieuwe school
1863-1864 – Burgerschool, achter het Bagijnhof – in 1874 vervangen door het Spaarbankgebouw
1864 – Eerste Armenschool, Vriesestraat – afgebroken
1864 – ontwerp H.B.S. / Stedelijk Gymnasium, Nieuwstraat – uitgevoerd na de pensionering van Itz
1848 – ontwerp voor de inrichting van het Armhuis als choleraziekenhuis, hoek Stek/Stekstraat – vervangen door het voormalige gebouw van de Gemeentelijke Archiefdienst
1833-36 – R.K. Hippolytuskerk, Voorstraat, Delft – afgebroken en in 1884 vervangen door een inmiddels eveneens gesloopte neogotische kerk van P.J.H. Cuypers