Op 13 april 1945 werden aan de rand van de stad 1016 KZ-gevangenen vermoord.[2] Deze gevangenen, vertrokken met een dodenmars vanuit het station van Mieste, waar ze enkele dagen, na luchtaanvallen, stil stonden. Ze waren met de trein onderweg vanuit het concentratiekamp Mittelbau-Dora. Na deze dodenmars werden ze in een schuur geperst, het aanwezige stro werd met benzine overgoten en aangestoken. Bij de eerste poging konden de gevangenen het vuur nog uittrappen, maar de tweede maal werd met machinegeweren op alles geschoten wat zich bewoog. De bewakers gooiden handgranaten en signaalraketten in de schuur. 24 uur na de massamoord bereikte het Amerikaanse leger dit oord (in het naoorlogse Duitsland bekend als Isenschnibber Feldscheune). Hoofdverantwoordelijke voor het drama van Gardelegen was Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij-leider Gerhard Thiele, die hiervoor nimmer werd vervolgd.[3]