Hij was een zoon van de schilder Albin Windhausen en zijn vrouw Clasina van Buchem. Zijn eerste opleiding kreeg hij van zijn vader in het familieatelier in Roermond. Vervolgens studeerde hij aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam, waar hij les kreeg van Johannes Hendricus Jurres en Hendrik Jan Wolter. Later maakte hij studiereizen naar onder meer Italië.[1] Van 22 april 1933 tot 30 maart 1934 woonde hij in Enschede.[2] Van april tot november 1934 woonde hij tijdelijk in het huis van zijn vader in Roermond. Vervolgens woonde hij enige tijd in het nabijgelegen Thorn.[3] In 1935 vestigde hij zich definitief in Roermond, waar hij lid was van de Midden-Limburgse Kunstkring Remunj '45. Ook had hij in Roermond een kunsthandel.
Tot 1940 schilderde Windhausen voornamelijk religieuze voorstellingen. Na de Tweede Wereldoorlog begon een nieuwe fase in zijn werk. In die periode schilderde hij voornamelijk stadsgezichten van het verwoeste Roermond, Limburgse landschappen en portretten. Religie verdween echter nooi helemaal uit zijn werk. Volgens het Dagblad voor Noord-Limburg van 2 maart 1950 kreeg Windhausen de opdracht een kruisweg te schilderen voor de Onze-Lieve-Vrouw-Geboortekerk in Kessel. Deze opdracht ging uiteindelijk naar Frans van den Berg. Op de tentoonstelling De generatie van 1900 die plaatsvond in 1980 in Museum van Bommel van Dam in Venlo was van Windhausen een kruiswegstatie opgenomen uit de jaren '60. Het is niet bekend of deze onderdeel is van een kruisweg.[4]
Munnix, Peter (1997) ‘Kunstenaarsgeslacht Windhausen in brede straal rond Roermond bekend’, in: M. van Hoef (red.) Spiegel van Roermond, ISBN 90-74602-05-3, pp. 60-75.
Windhausen, Miriam (2001) De kruiswegen van Windhausen. Een verkenning op het gebied van de monumentale kerkelijke schilderkunst. 1870-1940 [proefschrift], Amsterdam: [s.n.].