Filmstroken worden in een aantal standaardmaten gemaakt met breedten van 70 mm, 35 mm, 16 mm en 8 mm.
Ze zijn langs de randen op gestandaardiseerde afstanden geperforeerd.
Een rolfilm is meestal 60 mm breed, zonder perforaties.
Het lichtgevoelige materiaal op de film kan zijn voor zwart-witnegatieven, kleurennegatieven en kleurendia's.
In het laatste geval wordt met een speciale ontwikkelmethode (het omkeerprocedé) bereikt dat het resulterende beeld meteen voor beschouwing geschikt is.