Von Weizsäcker trad in 1920 in diplomatieke dienst. In 1921 werd hij benoemd tot consul in Bazel. Hierna werd hij ambassaderaad in Kopenhagen en vanaf 1927 werkte hij in verschillende functies op het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken. In 1928 werd hij hoofd van het Bureau voor Ontwapening aldaar. In 1931 werd hij gezant in Oslo, twee jaar later in Bern. In 1937 werd hij hoofd Beleidszaken op het Departement. In april 1938 werd hij er staatssecretaris. Tegelijkertijd werd hij lid van de NSDAP. Vrijwel meteen verleende Heinrich Himmler hem de titel van SS-Ehrenführer, met de rang van brigadegeneraal. Als staatssecretaris werd Von Weizsäcker toegevoegd aan de staf van Himmler. Na de oorlog zou Von Weizsäcker het sprookje uitventen dat hij enkel lid was geworden van de NSDAP, en zich ogenschijnlijk onbezwaard had laten benoemen in de SS, om de wereldvrede te dienen. Onduidelijk bleef waarom hij, nadat duidelijk was dat de oorlog was uitgebroken, gewoon in functie bleef.
In 1943 werd hij ambassadeur van het Derde Rijk bij de Heilige Stoel. Vanuit Rome stuurde Von Weizsäcker ambtsberichten naar Berlijn waarin hij paus Pius XII omschreef als mild, besluiteloos en enigszins pro-Duits. Naar eigen zeggen deed hij dit om de paus te helpen en ook om een anti-Duits sentiment in Italië te voorkomen. Na het einde van de oorlog bleven hij en zijn vrouw als gasten van de paus in Rome wonen. Von Weizsäcker keerde pas in 1947 terug naar Duitsland om te getuigen in de processen van Neurenberg. Eenmaal daar aangekomen werd hij zelf gearresteerd wegens het ondertekenen van deportatiebevelen van Franse Joden tijdens zijn staatssecretariaat.
Proces van Neurenberg
Tijdens het zogenaamde Wilhelmstraßenproces werden Von Weizsäcker misdrijven tegen de vrede, oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid en deelname aan een misdadige organisatie ten laste gelegd. Een van zijn advocaten was zijn zoon, de latere bondspresident Richard von Weizsäcker. Het pleidooi van de verdediging was er op gericht te bewijzen dat Von Weizsäcker van niks wist, wat betreft de vernietiging van de Joden. Hij had weliswaar die deportatiebevelen getekend, maar het ging daarbij om Joden die toch al gevangen zaten. Van het lot dat hen in Auschwitz boven het hoofd hing, zei Von Weizsäcker niets te weten. Nadat hij veroordeeld was (Von Weizsäckers straf werd overigens teruggebracht tot vijf jaar en hij kwam in 1950 vrij), schreef hij in de gevangenis zijn memoires, waarin hij zelfs beweerde deel uitgemaakt te hebben van het Duitse verzet.
Recent onderzoek naar de rol van het Ministerie van Buitenlandse Zaken tijdens het Derde Rijk, dat op instigatie van toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, Joschka Fischer werd gedaan, heeft deze Von-Weizsäcker-mythe doorgeprikt.[2]
In een interview in 2010 over Weizsäcker, werd een rapport uitgegeven door de historicus Eckart Conze over de rol van het ministerie van Buitenlandse Zaken in het Derde Rijk:
"De legende komt voort uit de Weizsäcker-verdediging: Oud-diplomaten, zoals de broers Erich en Theo Kordt, speelden een belangrijke rol in deze inspanning, net als andere leden van de traditionele upper class, waar Weizsäcker deel van uitmaakte. Een van hen was zijn advocaat, Hellmut Becker, de zoon van de Pruisische minister van Cultuur, Carl Heinrich Becker, en een andere was Marion Gräfin Dönhoff, een jonge journalist die het proces sterk bekritiseerde in Die Zeit. Ze wisten allemaal dat als ze erin slaagden Weizsäcker te ontlasten, dat de nationale conservatieve, aristocratische en burgerlijke elite gerehabiliteerd zou worden."[3]
Carrière
Von Weizsäcker bekleedde verschillende rangen in zowel de Kaiserliche Marine als Allgemeine-SS. De volgende tabel laat zien dat de bevorderingen niet synchroon liepen.
(fr) Tixier, Thierry (2019). Allgemeine SS - Polizei - Waffen-SS Volume 2, SS BRIG FHR Weizsäcker (Geen paginavermelding). ISBN 978-1-326-54867-4. Geraadpleegd op 21 september 2022.
(de) SS-Personalhauptamt (31. Jaunar 1942). Dienstaltersliste der Schutzstaffel der NSDAP (SS-Oberst-Gruppenführer-SS-Standartenführer). Reichsdruckerei, Duitsland, pp. 17. Geraadpleegd op 21 september 2022.