Sprockhoff werd geboren op 6 augustus 1892 in Berlijn. Hij werd een leraar en studeerde prehistorie. Hij slaagde in 1924 op de Albertina-universiteit. Hij werkte van 1926 tot 1928 in het Niedersächsisches Landesmuseum Hannover en van 1928 tot 1935 in het Römisch-Germanische Zentralmuseum te Mainz.
In 1942 werd hij lid van de Bayerische Akademie der Wissenschaften en in 1955 werd hij ook lid van de Akademie der Wissenschaften der DDR.
Hij stierf in Kiel op 1 oktober 1967.
Sprockhoff beschreef zo'n 900 megalieten in een catalogus en gaf deze bouwwerken een nummering. Dit Sprockhoff-Nummer wordt nog altijd gebruikt. De megalieten met de Sprockhoff-nummers 576 t/m 604 liggen in het deel van Pommeren, dat aan het eind van de Tweede Wereldoorlog tot Polen is gaan behoren.
Sprockhoff tekende niet alle platen zelf, soms bestonden de hunebedden niet meer ten tijde van het ontwikkelen van de atlas en waren tekeningen de enige overblijfselen.
Großsteingrab Ohrfeld door pastoor Jensen, Atlas der Megalithgräber in Deutschland. Teil 1: Schleswig-Holstein
Großsteingrab Issendorf door Martin Mushard (1699-1770), Atlas der Megalithgräber Deutschlands. Teil 3: Niedersachsen – Westfalen
Großsteingrab Philippstal door pastoor Harries, Atlas der Megalithgräber in Deutschland. Teil 1: Schleswig-Holstein
Großsteingrab Stenum; oorspronkelijke staat en de staat waarin Sprockhoff het bouwwerk vond
Großsteingrab Wallhöfen 1, door M.F. Otto - Archiv Landesamt für Denkmalpflege Niedersachsen, gepubliceerd in: Ernst Sprockhoff: Atlas der Megalithgräber Deutschlands. Teil 3: Niedersachsen – Westfalen.
Literatuurverwijzing
Atlas der Megalithgräber, Teil 1–3 (grotendeels postume heruitgave). Rudolf Habelt Verlag Bonn 1966–1975.
Op de Nederlandse Wikipedia zijn lijsten met hunebedden te vinden, ook hier staat het Sprockhoff-nummer vermeld: Hunebedden_in_Duitsland#Lijsten
Bronnen, noten en/of referenties
Voetnoten
↑Sprockhoff heeft de tekening en beschrijving overgenomen uit notities van een plaatselijke geestelijke, gemaakt ca. 1837/38. Het monument zelf bestond ten tijde van Sprockhoffs onderzoek al vele decennia niet meer.