Von Rosen gebruikte de swastika als zijn persoonlijk kenteken. Hij kende het van de runestenen in Gotland, een gelukssymbool van de Vikingen. Toen hij in 1901 op ontdekkingsreis vertrok naar Zuid-Amerika, merkte hij zijn bagage met een swastika. Hij vocht als vrijwilliger in de Finse Burgeroorlog tegen de Rode Garde[2] en schonk een vliegtuig van het type Morane-Saulnier Type L van AB Thulinverken en werd zo stichter van de Finse luchtmacht. In 1935 hield hij voordrachten over het nationaalsocialisme.[3]
Familie
Zijn vader was graaf Carl Gustaf von Rosen en zijn moeder was Ella Carlton Moore uit Philadelphia, Pennsylvania. Graaf Clarence von Rosen was zijn broer. Von Rosen huwde met barones Mary Fock en samen kregen ze zes kinderen: Bjorn in 1905, Mary in 1906, Carl Gustaf von Rosen in 1909, Birgitta in 1913, Egil in 1919 en Anna in 1926.
Von Rosen liet zich in 1920 van Stockholm naar zijn kasteel Rockelsta in Sörmland vliegen door Hermann Göring.[4]
Göring bleef overnachten en ontmoette er Carin von Kantzow, de zus van de echtgenote van Von Rosen,[5] met wie hij nadien trouwde.
Publicaties
Von Rosen schreef over zijn reizen in het Zweeds, Engels en Duits
Från Kap till Alexandria, Albert Bonniers Förlag, Stockholm
Archaeological Researches on the Frontier of Argentina and Bolivia in 1901-02: A Preliminary Report, Verlag, Nabu Press, 2010, ISBN 1172670692, 9781172670697
The Corotes Indians in the Bolivien Chaco, Ivar Haegströms Boktryckeri AB 1904 I
The Mounds of Pucarà, Tidskrift utgiven av Svenska Skällskapet för Antropologie och Geografi, Årg. 1924, H.2
Vår Tid och Ungdomen, Stockholm, Albert Bonniers Förlag 1919
Några Bestigningar och Rön i Lappmarken 1933-1935, Särtryck ur Till Fjälls 1936
Chacofarare Berätta, Hugo Gebers Förlag, Stockholm
En Förgången Värld, Albert Bonniers Förlag, 1919 Stockholm
Träskfolket, Bonniers Förlag, Stockholm 1916
Trolltiven, Herausgeber Ernst Manker, Nordisk Rotogravyr, Stockholm 1952