Het eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint (Endymio-Carpinetum) is een associatie uit het haagbeuken-verbond (Carpinion betuli). De associatie omvat bosplantengemeenschap die voorkomen op voedselrijke, lemige bodems, en gekenmerkt wordt door een gevarieerde boom- en struiklaag en een zeer diverse voorjaarsflora met wilde hyacint als beeldbepalende soort.
Deze associatie is in Nederland onbekend en in Vlaanderen zeldzaam. Desondanks herbergt Vlaanderen een groot deel van de oppervlakte van dit bostype in Europa.
Het eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint wordt op de Biologische Waarderingskaart van Vlaanderen als 'Biologisch zeer waardevol' beschouwd.
Naamgeving en codering
Synoniemen
Endymio non-scriptae-Fagetum sylvaticae
Nederlands: Eiken-haagbeukenbos met grootbloemige muur, Atlantisch neutrofiel eiken-haagbeukenbos
Frans: Hêtraies et chênaies-hêtraies atlantiques avec Hyacinthoides non-scripta
Engels: Atlantic beech and beech-oak forests with Hyacinthoides non-scripta
Het eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint wordt hier beschreven als deel van het haagbeuken-verbond (Carpinion betuli); anderzijds wordt het tegenwoordig ook samen met het eiken-beukenbos met wilde hyacint (Endymio-Fagetum) onder het beuken-verbond (Fagion sylvaticae) gerekend.
Fysiognomie
Het eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint is een hoog opgaand loofbos met een boomlaag die tot 25 m hoog kan reiken. De struiklaag is meestal goed ontwikkeld. De kruidlaag kan bijzonder soortenrijk zijn en telt vooral veel voorjaarsbloeiers, terwijl de moslaag minder opvallend aanwezig is.
Ecologie
Het eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint omvat oude, zeer structuur- en soortenrijke bossen, kenmerkend voor rijke leembodems, pH-neutraal, met een goed verteerde en sterk gemineraliseerde humuslaag.
Het eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint vormt het eindstadium in de natuurlijke successie, de climaxvegetatie, ontstaan uit een opeenvolging van struweelgemeenschappen en andere bosgemeenschappen door de geleidelijke toename van de voedselrijkdom (humus) in de bodem.
De meeste eiken-haagbeukenbossen met wilde hyacint bevinden zich op voedselrijkere gronden, zijn daardoor weinig gevoelig voor voedselaanrijking, verdroging en verzuring en gedijen het best met een beheer van 'niets doen'.
Decleer, K. (red.), 2007: Europees beschermde natuur in Vlaanderen en het Belgisch deel van de Noordzee. Habitattypen, dier- en plantensoorten. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO.M.2007.01, Brussel, 584 p. ISBN 978-90-403-0267-1
Vriens L., Bosch H., De Knijf G., De Saeger S., Guelinckx R., Oosterlynck P., Van Hove M. & Paelinckx D. (2011). De Biologische Waarderingskaart. Biotopen en hun verspreiding in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. INBO.M.2011.1, Brussel. ISBN 9789040303142