Een klein heldendicht is een gedicht dat Herman Gorter (1864-1927) in boekvorm publiceerde in 1906. Het gedicht schetst de groei van het socialistisch bewustzijn van een jonge arbeider en een jonge arbeidster.
Bibliografische gegevens
- Gorter, Herman (1906) – Een klein heldendicht. Amsterdam : W. Versluys. 103 pgs.[1]
- 1908: tweede (gewijzigde)[2] druk, met vier fotografische reproducties van muurschilderingen door Richard Roland Holst in het gebouw van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond (ANDB) in Amsterdam (tegenwoordig vooral bekend als de “Burcht van Berlage”).[3][4]
- 1909: Duitse vertaling: Ein kleines Heldengedicht. Leipzig : Maas & Van Suchtelen.[5]
- latere herdrukken: wrsch. 1925 (“Bussum”); 1977: Amsterdam : Pegasus.[6]
- Een klein heldendicht is in 1950 ook opgenomen in Verzamelde werken (deel 4: episch werk).[7]
Een klein heldendicht is “opgedragen aan de nagedachtenis van Karl Marx.” Het is een rijmloos gedicht van ongeveer 1500 versregels.[8]
Achtergrond
Herman Gorter is bekend geworden als de dichter van Mei (1889). Dat werd een van de bekendste epische gedichten uit de Nederlandse literatuur, en in de woorden van Garmt Stuiveling “het ongeëvenaarde hoogtepunt” in het literaire werk van de Beweging van Tachtig.
Nadat Gorter in 1897 socialist was geworden, en toetrad tot de SDAP, bleef hij dichten. Als eerste resultaat daarvan verscheen Verzen (1903). (Hij gebruikte dezelfde titel als voor zijn (sensitivistische) Verzen van 1890.) De (socialistische) Verzen van 1903 hadden een uitgesproken boodschap: de bewondering voor het socialisme.
Naast bewondering voor het socialisme vatte Gorter ook bewondering op voor Ada (Prins), een leerling waarmee hij een relatie kreeg. In de Verzen klinkt ook deze bewondering duidelijk door.[9]
Gorter had ook de wens om weer een episch werk te maken, zoals de Mei, maar dan toegewijd aan de zaak van de arbeidersklasse.[10] Het eerste resultaat van inspanningen in die richting was Een klein heldendicht. Het heette waarschijnlijk niet voor niets Een klein heldendicht. Het was nog niet zo groot als de Mei en moet worden beschouwd als een voorstudie voor het grotere socialistische epos Pan uit 1912.[11]
Een klein heldendicht biedt “een stuk gedachten- en gevoels-epiek, waarvan de abstractie alleen in evenwicht gehouden wordt door de manlijke tere aanschouwelijkheid der beschrijving. Voor de dichter zelf was het niet meer dan een idyllische inleiding op het grootse plan dat hem voorzweefde: 'de lyrisch-epische uitbeelding der bevrijding van het menschengeslacht van elke sociale en geestelijke onderdrukking, door den strijd der arbeiders voor het socialisme, in zijn samenhang met het universele leven.'”[12] Dat grote plan kwam pas zes jaar later tot uitvoering, toen de eerste versie van Pan verscheen, in 1916 gevolgd door de tweede, definitieve, en bijna drie keer zo grote versie.
Henriette Roland Holst vertelt hoe Gorter, toen hij bij haar en haar man Richard Roland Holst op hun buitenhuis “de Buissche Heide” logeerde, grote fragmenten voorlas: “het begin, de vergadering met Bebel en Vaillant, en de prachtige Meivergadering met de vrouwen, zoo bloeiend-warm en sterk en teeder. Hij was bijzonder in zijn schik met het begin daarvan en herhaalde een paar keer de huiselijke namen der meisjes, die op weg naar het Meifeest zijn, en de beschrijving van hun gaan, met bijna kinderlijke verrukking.”[13]
Inhoud
Een klein heldendicht beschrijft de ontwikkeling van twee jonge katholieke mensen, de metaalarbeider Willem en de weefster Maria, die met het opkomende socialisme worden geconfronteerd, en uiteindelijk voor het socialisme, en voor elkaar kiezen. Het is opgebouwd uit negen zangen.[14]
In de eerste zang krijgt Willem te maken met een staking, en weet niet of hij mee moet doen of niet. In de tweede zang twijfelt Maria of ze lid van de vakbond moet worden.
In de derde tot en met de vijfde zang volgen we de ontwikkeling van Willem, die vertrouwd raakt met het socialisme. Hij bezoekt een scholingsavond, waar hij leert dat arbeiders zich aaneen kunnen sluiten, en hoe dat uiteindelijk, wanneer dat wereldwijd gebeurt, zal leiden tot “de gouden Vrijheid” (p. 33). In de vierde zang wordt weergegeven hoe Willem zich 's avonds stort op “het gouden boek” (p. 42), waarmee waarschijnlijk een werk van Karl Marx wordt bedoeld. In de vijfde zang is Willem aanwezig op een bijeenkomst waar August Bebel en Édouard Vaillant spreken.
In de zesde tot en met de achtste zang volgen we dan weer het leerproces van Maria. Ze gaat naar het bos, waar ze nadenkt over de klassenstrijd. In de zevende zang woont ze een 1 mei-viering bij en in de achtste zang wordt ze door een wijze wever in de fabriek onderwezen in de meerwaardetheorie van Marx.
In de negende zang, die in de eerste druk ontbreekt en in de tweede druk één pagina beslaat, komen Willem en Maria samen “in 't goude en teere scheemren van de zon.” Ze zijn zich bewust van hun liefde voor elkaar, en Maria spreekt uit, dat ze haar twijfel kwijt is: “O ik ben vast geworden, mijn hart weet wat 't kan en wil.”[15]
Recensies en besprekingen
Een klein heldendicht is onder andere besproken in:
- De Gids, 71e jrg. (1907), p. 565 – 580, door Carel Scharten.[16]
- Roland Holst, Henriette (1932) – 'De schoonheid van Herman Gorters poëzie.' In: De Gids, 96e jrg., deel 4 (1932), p. 207-223. Ook uitgegeven als deel van het boekje Herman Gorter (Roland Holst 1933), p. 85-160.[17]
- van de Woestijne, Karel (1949) – 'De gedichten.' In: Verzameld werk, vierde deel: beschouwingen over literatuur en kunst. Bussum : van Dishoeck, p. 811-816.[18]
Ook heel recent wordt nog weleens naar Een klein heldendicht verwezen. Bijvoorbeeld in december 2012 in een tekst van Sjarrel Massop voor “Solidariteit”.[19]
Externe link
Voetnoten
- ↑ WorldCat entry van eerste druk 1906; ook dit nummer en dit, etc.
- ↑ De Liagre Böhl 1996, p. 276, voetnoot 25. De tweede druk bevat een negende zang, die in de eerste niet is opgenomen. Daarnaast werden enkele kleine wijzigingen doorgevoerd.
- ↑ WorldCat entry van tweede druk 1908; ook onder dit nummer, etc.
- ↑ beschikbaar als e-boek in Project Gutenberg
- ↑ WorldCat entry van Duitse vertaling 1909
- ↑ WorldCat entry van herdruk 1977; ook onder dit nummer.
- ↑ Alhier online beschikbaar in dbnl. Gearchiveerd op 12 mei 2023.
- ↑ dossier KB: 'Pan, Liedjes, Verzen en Sonnetten.'
- ↑ De zevende zang begint in de eerste druk met “Ada en Fransje, Clara en Maria gingen te samen....” In de tweede druk is de naam van Ada veranderd in Anna. (de Liagre Böhl 1996, p. 282).
- ↑ Gorter “besloot een omvangrijk socialistisch epos te schrijven dat zijn eersteling Mei in alle opzichten moest overtreffen.” De Liagre Böhl 1996, p. 276
- ↑ ”zijn eerste epische poging” (Romein 1959, p. 880) In de woorden van Henriette Roland Holst: “Uit den titel reeds blijkt, hoe voorzichtig hij te werk ging. Hij stelde zich daarin een beperkte en bescheiden opgave. Hij poogde niet den strijd der arbeidersklasse als eene, in essentie den aardbol omspannende, beweging te verbeelden, noch bepaalde episoden van dien strijd, zooals zij in den loop der tijden hadden plaats gevonden, opstanden of groote stakingen, uit te beelden. In het “Klein Heldendicht” wilde hij enkel het ontwaken verhalen der nieuwe gedachte- en gevoelswereld van het socialisme, zooals dit zich in het bewustzijn van een jongen arbeider en een jonge arbeidster voltrekt.” (Roland Holst 1933, p. 124.)
- ↑ Romein 1959, p. 880/881
- ↑ Roland Holst 1933, p. 64/5. De Liagre Böhl meldt dat het werk voor een belangrijk deel op de Buissche Heide is geschreven (de Liagre Böhl 1996, p. 276, voetnoot 25).
- ↑ De eerste druk bevat alleen de eerste acht zangen. Indien niet anders aangegeven, wordt hier geciteerd uit de eerste druk, beschikbaar in de Nederlandstalige wikisource.
- ↑ In: Verzameld werk, deel 4, p. 89
- ↑ De recensie van Scharten (1907) in De Gids is alhier online te raadplegen in dbnl (geraadpleegd 2016-08-30).
- ↑ De bespreking van het werk van Gorter door Henriette Roland Holst uit 1932 in De Gids is alhier online te raadplegen in dbnl (geraadpleegd 2016-08-30). Gearchiveerd op 7 januari 2023.
- ↑ De bespreking door Van de Woestijne (1949) is alhier online te raadplegen in dbnl (geraadpleegd 2016-08-30). Gearchiveerd op 26 september 2022.
- ↑ Massop, Sjarrel (2012) – 'Alsof de tijd heeft stilgestaan : Een Klein Heldendicht van Herman Gorter.' In: Solidariteit Extra, 214-1, 2012-12-30 (geraadpleegd 2016-08-30).
Literatuur
- an. (s.a.) – 'Pan, Liedjes, Verzen en Sonnetten.' dossier op de website van de KB. (geraadpleegd 2016-08-30)
- Roland Holst, Henriette (1933) – Herman Gorter. Amsterdam : Em. Querido's Uitgeversmij 1933. Herdrukt in 1975 als SUN-reprint: Nijmegen : Socialistische Uitgeverij Nijmegen. ISBN 90 6168 507 9.
- de Liagre Böhl, Herman (1996) – Met al mijn bloed heb ik voor u geleefd : Herman Gorter 1864-1927. [Amsterdam] : Balans (2e druk [Amsterdam] : Olympus 2000). ISBN 9789050185011 (2e druk ISBN 90 254 9787 X). 559 pgs.
- Romein, Jan en Annie (1959) – Erflaters van onze beschaving : Nederlandse gestalten uit zes eeuwen. Amsterdam : Wereldbibliotheek. (achtste druk, eerste druk 1938-1940).