De eerste koloniën van het Duitse Keizerrijk werden verworven door private maatschappijen die ze later aan de staat overdroegen. Pas rond 1900 bezat het Keizerrijk een koloniaal rijk dat enigszins met dat van de genoemde te vergelijken was, hoewel het veel kleiner en van minder belang was.
De in 1888 aan de macht gekomen keizer Wilhelm II achtte het bezit van een koloniaal rijk absoluut noodzakelijk. Het Rijk stelde in dat jaar Nauru onder zijn "protectie". In 1897 zei de Duitse minister van Buitenlandse Zaken en latere Rijkskanselier Von Bulow dat ook Duitsland een ‘Platz an der Sonne’ verlangde. In 1898 werd een Duitse koloniale school voor de tropische landbouw opgericht in Witzenhausen. In hetzelfde jaar werd de Chinese stad Jiaozhou (Kiautschou) een Duitse kolonie en in 1899 volgden de Carolinen, Marianen, Palau en Samoa.
Afrika
Een overzicht van koloniën van Duitsland in Afrika:
De Duitse koloniën omvatten in 1914 een gebied van 2,3 miljoen km² (4,5 keer de grootte van Duitsland zelf), maar werden pas rendabel tegen de tijd dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. In deze oorlog werden buiten Oost-Afrika alle koloniën veroverd. Duitsland raakte met het Verdrag van Versailles in 1919 zijn koloniale rijk definitief kwijt.