Des Knaben Wunderhorn. Alte deutsche Lieder (De wonderhoorn van de knaap. Oude Duitse liederen) is een verzameling van honderden Duitse volksliedteksten, samengesteld door de romantische dichters Achim von Arnim en Clemens Brentano. Ze werd in drie delen uitgegeven van 1805 tot 1808 in Heidelberg.[1]
In de herfst van 1805 verscheen het eerste deel van Des Knaben Wunderhorn, al vermeldt de titelpagina het jaartal 1806. In 1808 volgden het tweede en het derde deel.[2]
De liederen waren zeer geliefd, zowel bij intellectuelen als bij het gewone volk. Ze hadden een grote invloed op de Duitse poëzie van de negentiende eeuw. Goethe schreef erover: "Dit boekje moet te vinden zijn in elk huis waar frisse mensen wonen, aan het venster, onder de spiegel of waar zang- en kookboeken ook plegen te liggen."[4]
Inhoud
De liedteksten hebben een verhalende, sprookjesachtige en soms religieuze inhoud. Er staan liefdes-, soldaten- en reisliedjes tussen. Enkele titels:
Das Wunderhorn
Des Sultans Töchterlein und der Meister der Blumen
Gustav Mahler verwerkte ze in verschillende composities. Het eerste lied uit Lieder eines fahrenden Gesellen is gebaseerd op Wenn mein Schatz Hochzeit macht. Zijn Lieder aus "Des Knaben Wunderhorn" bestaat uit vijftien orkestliederen en negen liederen met pianobegeleiding. Hieruit verwerkte hij materiaal voor zijn tweede, derde en vierde symfonie.[6]