De deelnemers moesten in 1994 of 1995 geboren zijn. Het maximale aantal deelnemers was door het IOC op 32 jongens en 32 meisjes uit zestien landen vastgesteld.[2] Uit Noord-Amerika mochten twee landen meedoen, uit Zuid-Amerika één, drie uit Azië, één uit Oceanië, acht uit Europa plus het gastland. Brazilië was het enige land dat in aanmerking kwam om Zuid-Amerika te vertegenwoordigen maar trok zich terug. De vrijgekomen plaats ging naar Europa. In Azië en Noord-Amerika waren kwalificatiewedstrijden niet nodig om de deelnemers aan te wijzen. De landen uit Europa en Oceanië konden op diverse curlingtoernooien punten verdienen en de landen met het hoogste aantal punten kwalificeerden zich.
Onderdelen
Gemengde teamwedstrijd
Twee jongens en twee meisjes uit één land vormden een team. De zestien teams werden in twee groepen ingedeeld. In elke groep speelde elk land een keer tegen elk ander land. De top vier van elke groep plaatste zich voor de kwartfinale. De wedstrijden liepen van 14 tot en met 18 januari.
Gemengd dubbeltoernooi
Alle deelnemers aan de teamwedstrijd deden mee aan het gemengd dubbeltoernooi. Elk meisje werd aan een jongen uit een ander land gekoppeld. Het organisatiecomité maakte deze indeling op basis van de uitslag van de teamwedstrijd waarbij de zwakkere jongens aan de sterkere meisjes worden gekoppeld en andersom.[3] De wedstrijden werden gespeeld van 20 tot en met 22 januari en de 32 teams streden via het knock-outsysteem.
De wedstrijden werden via het knock-outsysteem gespeeld. De 1/32 finale vond op vrijdag 20 januari plaats, de 1/16 finale en kwartfinale op zaterdag 21 januari en de halve finale en de wedstrijden om de medailles op zondag 22 januari.