De Codex Basilensis bestaat uit 318 perkamentbladen (23 x 16,5 cm) met telkens een kolom tekst van 23 regels.[1]
De codex bevat vrijwel de volledige tekst van de Evangeliën. Van het Evangelie volgens Lucas ontbreken vijf kleine fragmenten (1:69-2:4; 3:4-15; 12:58-13:12; 15:8-20; 24:47 tot het einde). Drie van deze fragmenten zijn er later in een cursief schrift aan toegevoegd. De Codex Basilensis vertegenwoordigt het Byzantijnse teksttype, Kurt Aland plaatste de codex in Categorie V.[1]
Waarschijnlijk bracht kardinaal Johannes de Ragusio het handschrift naar Bazel[2] en schonk het aan het Dominicaans klooster. In 1559 ging de codex naar de universiteitsbibliotheek.[3]
↑ abcKurt und Barbara Aland, Der Text des Neuen Testaments. Einführung in die wissenschaftlichen Ausgaben sowie in Theorie und Praxis der modernen Textkritik. Deutsche Bibelgesellschaft, Stuttgart 1989, blz. 119. ISBN 3-438-06011-6
↑Johannes de Ragusio opende op 27 augustus 1431 met Johannes Palomar het concilie van Bazel. Hij werd later door het concilie als afgevaardigde naar de Griekse keizer gestuurd.