De bioscoop had een ongelukkig begin in dit gebouw uit 1927. Ze begon in de Tweede Wereldoorlog onder de naam Thalia-Theater. De Duitse bezetter had het gebouw aan de Tolstraat 160 onteigend van de Theosofische vereniging in Nederland. Gevolg was dat bijvoorbeeld de Nationale Jeugdstorm (NSJ) er in 1942 films toonde die beschikbaar werden gesteld door het Duits Verkeersbureau is samenwerking met filmmaatschappij Odeon. Één van de films De jeugd van heden liet Adolf Hitler zien die in Neurenberg Duitse jeugd ontving. [1]
In 1954 schreef Cultura Theater een prijsvraag uit voor een nieuwe naam die op 30 april 1954 zou gelden: CinéTol. [3] In 1964 kwam het theater met een nieuwtje; er werd een jaar voorgeprogrammeerd, maar er kwamen ook themareeksen van onder andere werk van Ingmar Bergman. Het ontwikkelde zich onder Koppies meer richting filmhuis met nachtfilms in het weekend en met af en toe een toneelvoorstelling.
Wisselend succes werd in 1976 bruut onderbroken. De eigenaar P.C. Meulman Stichting (Theosofische Vereniging Nederland) zei het huurcontract met BV Cinétol op. Ze wilde op die plek het theater slopen en vervangen door nieuwbouw. De door BV Cinetol voorgestelde overnamekosten vonden in de ogen van de Stichting geen goedkeuring. [4] De bioscoop vertrok op 1 september 1979. Gemeente Amsterdam stak een stokje voor de afbraak door het tot monument te verklaren. Het had wel tot gevolg dat het omgebouwd werd tot bibliotheek en openbare leeszaal. Koppies ging verder met Cinecenter, wilde CinéTol er nog wel “bij doen”, maar dat bleek niet haalbaar. [5]
Ook na het vertrek van de bioscoop hield het gebouw de naam CinéTol. In 1982 kreeg het gebouw een nieuwe buur in nieuwbouw. Het buurthuis Cinetol kreeg niet veel later de naam (Stichting) Kunst- en Cultuurhuis Cinetol.