Hier ligt al eeuwen een brug. Balthasar Florisz. van Berckenrode tekende op zijn kaart van circa 1625 een brug met vijf doorvaarten in bij de Keysers Graft en Brouwers Graft. Fotograaf Andries Jager legde rond 1875 nog een vrij hoge vast brug vast met drie doorvaarten. In 1910 werd door de gemeente Amsterdam een aanbesteding uitgeschreven voor het "aan beide zijde verbreeden van de vaste brug no. 56". Een aannemer kon deze werkzaamheden verrichten voor nog geen 6500 gulden. Van 1 februari 1911 tot en met 31 mei 1911 was de brug buiten dienst voor het verkeer. Bij die werkzaamheden werd de brug vermoedelijk iets verlaagd. Volgens een tekening in het archief van het Bureau Monumentenzorg zou op de ene brugpijler "no. 56" en op de ander "Ao. 1795" te lezen zijn. Jacob Olie legde dat ook op een foto van juli 1891 vast. Doordat bij de verbreding uitkragingen zijn toegepast zijn die teksten in de 21e eeuw niet te zien. Overigens laat die tekening ook zien, hoe de brug eruit zou zien, als zij vijf doorvaarten zou hebben gekregen.[1]