Abraham (Bram) Buijs (Arnemuiden, 7 september 1923[1] - Amsterdam, 4 januari 1987) was een Nederlands syndicalist en politicus.
Levensloop
Buijs was van beroep timmerman. In 1949 werd hij voor de Partij van de Arbeid verkozen tot gemeenteraadslid van Vlissingen.[2] Hij bleef in Vlissingen tot hem in 1954 gevraagd werd de Amsterdamse afdeling van de Algemene Nederlandsche Bouwbedrijfsbond (ANB) te leiden.[3]
In 1964 volgde hij Cornelis Brandsma op als voorzitter van de ANB. Onder zijn bestuur fuseerde deze NVV-vakcentrale op 1 januari 1971 met de Algemene Bedrijfsbond voor Meubilerings- en Houtbedrijven (ABMH) tot Algemene Nederlandse Bond voor de Bouw- en Houtnijverheid (in de volksmond Bouwbond NVV).[4] Vervolgens richtte hij met Leo Brouwer van de NKV-vakcentrale Katholieke Bond voor de Bouw- en Houtnijverheid (KBBH) de 'Federatie Bouwbonden NVV-NKV'[5] op en bouwden ze in Woerden een gezamenlijk hoofdkantoor. Op 1 januari 1982 volgde vervolgens de fusie van deze vakcentrales en ontstond de Bouw- en Houtbond (B&HB). In 1985 werd hij als voorzitter van deze FNV-vakcentrale opgevolgd door Jan Schuller.
Daarnaast was Buijs van 1969 tot 1985 voorzitter van de Internationale Federatie der Bouw- en Houtbewerkers (IFBH). Hij volgde in deze hoedanigheid de Brit James Mills op, zelf werd hij opgevolgd door de Duitser Konrad Carl.
Bronnen, noten en/of referenties