Boromir is een personage uit de trilogie In de Ban van de Ring, die werd geschreven in de periode 1937-1949 door J.R.R. Tolkien. Hij is een Mens in de Tolkieniaanse betekenis, dat wil zeggen te midden van de andere wezens die Midden-aarde bevolken.
Verhaallijnen
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.
Hij reist in 3018 naar aanleiding van een voorspellende droom die zowel hijzelf als zijn broer hadden gehad naar Imladris, op zoek naar antwoorden. In Rivendel aangekomen neemt Boromir deel aan de Raad van Elrond. Daar probeert hij de anderen over te halen hem de Ring mee te laten nemen naar Gondor om de Ring daar tegen de vijand te gebruiken. De raad besluit echter dat de Ring moet worden vernietigd.
Boromir neemt hierna samen met acht anderen deel aan het Reisgenootschap dat de hobbitFrodo Balings moet beschermen op zijn reis. Hij raakt echter steeds meer bezeten door de Ring en op Amon Hen probeert hij met enige overtuigingskracht Frodo ertoe te bewegen de Ring aan hem te laten geven. Dit voorval leidt tot het besluit van Frodo om alleen verder te gaan op zijn missie. Boromir sterft diezelfde dag nog op 41-jarige leeftijd terwijl hij probeert Merijn en Pepijn te beschermen tegen een groep Uruk-hai. Hij wordt geraakt door verschillende Ork-pijlen.
Boromir had Osgiliath, de gevallen stad nabij Minas Tirith, die als laatste verdedigingsveste diende tegen de legers van Mordor, zijn leven lang met succes verdedigd. Na Boromirs dood stuurt Denethor zijn andere zoon Faramir blindelings ten oorlog naar Osgiliath. Faramir keert in levensgevaar terug naar Minas Tirith, waarna zijn vader zichzelf uiteindelijk uit wanhoop van het leven berooft.