In het midden van de 10e eeuw bouwde Yves de Creil, de stamvader van het geslacht Talva, hier een mottekasteel op een kruispunt van wegen. Aan het begin van de 11e eeuw werd een nieuw kasteel gebouwd op een hogere plaats. In 1113 lieten Hendrik I van Engeland en Lodewijk VI van Frankrijk de laatste heer van Bellême uit het geslacht Talva gevangen zetten. Zijn goed gaven ze aan Rotrou III, graaf van Nogent en Mortagne. Bellême werd daarna een van de hoofdsteden van het graafschap Perche en dit tot het einde van het ancien régime. Na de 16e eeuw verloor Bellême aan belang ten koste van Mortagne.
Bellême was een versterkte plaats, met een stadsmuur van 800 meter lengte met daarin twee stadspoorten. Aan het eind van de 14e eeuw liet graaf Peter II van Alençon een nieuw kasteel bouwen tegenover het oude.[2] In de 15e eeuw tijdens de Honderdjarige Oorlog werd de stad verschillende keren ingenomen en verwoest. Ook in 1562 en 1568, tijdens de Hugenotenoorlogen, werd de stad slachtoffer van oorlogsgeweld. Het protestantisme schoot wortel in Bellême en tot 1685 had de stad een protestantse kerk.[3]
Geografie
De oppervlakte van Bellême bedroeg op 1 januari 2021 1,71 vierkante kilometer; de bevolkingsdichtheid was toen 851,5 inwoners per km².
Demografie
Onderstaande figuur toont het verloop van het inwonertal (bron: INSEE-tellingen).