Het Beest (Koinè: Θηρίον, thērion) kan naar een of twee beesten verwijzen die in de Openbaring van Johannes worden beschreven.
Van het eerste beest wordt gezegd dat het uit de "onderaardse diepte" opstijgt (Openbaring 11:7). Dit beest wordt vaak gelijkgesteld met het "beest uit de zee" dat autoriteit en macht werd gegeven door de draak (Openbaring 13:1-10) en / of met het beest dat "was, en niet is" en waarvan de betekenis van deze mysterieuze verschijning wordt onthuld in Openbaring 17:7-18. Niet iedereen deelt die gelijkstelling, zoals Bousset die een parallel ziet in Hemelvaart van Mozes 8-9 waar wordt geprofeteerd dat in de eindtijd een barbaars, antigoddelijk tiran in Jeruzalem zal optreden.[1]
Het tweede beest "kwam op uit de aarde" en leidt alle volken op aarde tot aanbidding van het eerste beest. "Het getal van het Beest" is 666 en duidt een mens aan (Openbaring 13:11-18).