Driekamp bestond uit 100 yards, kogelstoten en verspringen. Het IOC beschouwt dit onderdeel als een atletieknummer, echter andere bronnen zien dit als een onderdeel van het turnen. De meeste deelnemers waren turners.
Megede, E. zur (1970) Die Geschichte der olympischen Leichtathletik - Band 1: 1896-1936 Verlag Bartels & Wernitz KG
Kluge, V. (1981) De Olympische Spelen van 1896 tot heden Uitgeverij Elmar b.v., Rijswijk ISBN 90 61 20 4143
↑In Die Geschichte der olympischen Leichtathletik - Band 1: 1896-1936 noteert Ekkerhard zur Megede (bron: zie hierboven) 12,3 s als (geschatte) eindtijd voor de nrs. 2, 3 en 4.
↑In Die Geschichte der olympischen Leichtathletik - Band 1: 1896-1936 noteert Ekkerhard zur Megede 49,9 s als (geschatte) eindtijd.
↑In Die Geschichte der olympischen Leichtathletik - Band 1: 1896-1936 noteert Ekkerhard zur Megede 1.56,2 voor nr. 2 en 1.56,3 voor nr. 3 als (geschatte) eindtijd.
↑In Die Geschichte der olympischen Leichtathletik - Band 1: 1896-1936 klasseert Ekkerhard zur Megede Frank Waller als nr. 2 met 25,0 s als (geschatte) eindtijd.
↑In Die Geschichte der olympischen Leichtathletik - Band 1: 1896-1936 noteert Ekkerhard zur Megede 53,6 s als (geschatte) eindtijd.
↑In Die Geschichte der olympischen Leichtathletik - Band 1: 1896-1936 noteert Ekkerhard zur Megede (bron: zie hierboven) 3,43 m voor de nrs. 2 en 3.
↑In Die Geschichte der olympischen Leichtathletik - Band 1: 1896-1936 klasseert Ekkerhard zur Megede Walter Dray als vijfde en Claude Allen als zesde.
↑Uit Die Geschichte der olympischen Leichtathletik - Band 1: 1896-1936 door Ekkerhard zur Megede.