Arthur Masson was de zoon van een douanier. Hij groeide op en volgde de middelbare school in Chimay. Hij behaalde het diploma van licentiaat in de Letteren en Wijsbegeerte aan de Université catholique de Louvain (toen nog in Leuven). Na zijn afstuderen werd hij leraar aan het atheneum in Nijvel.
De schrijverscarrière van Arthur Masson begon in 1938 met het creëren van het karakter van Toine Culot dat hem later beroemd zou maken. Hij schreef een dertigtal romans en een aantal toneelstukken, waarbij hij ook gebruik maakte van het Waalse dialect. Een belangrijk thema in zijn werk is het leven van gewone mensen en dorpen in de Viroinvallei. Zijn schrijfstijl is helder, met humor, vriendschap en emotie maar ook direct en met diepte[1]. Hij wordt vergeleken met de Franse schrijvers Daudet en Marcel Pagnol.
De vijf romans met Toine Culot zijn bekend onder de naam "Toinade". De eerste delen van de serie werden snel erg populair net voor de oorlog. Toine dans la Tourmente (Toine in rep en roer), dat verscheen in 1946, geeft een opvallende beschrijving van de jaren van de nazi-bezetting.
In 1949 werd Pour enrichir son vocabulaire (Om uw woordenschat [van het Frans] te verrijken) gepubliceerd.
Ter ere van Masson en zijn personages werd het museum Espace Arthur Masson opgericht in Treignes (dat in zijn romans "Trignolles" heet). Tegenover het museum staat een kunstwerk van Belgische kunstenaar Claude Rahir: drie bronzen sculpturen rond een fontein; ze verbeelden drie personages uit de Toinade: Toine Culot, diens vrouw Hilde en zijn neef T. Déôme.
Arthur Masson werd begraven op de begraafplaats van Namen in de deelgemeente Dave.
Literair werk
Boeken en romans
Vie du bienheureux Toine Culot, obèse ardennais 1934 (?)