Filips II (1516 – Sonnenberg, 3 januari 1566), was sinds 1536 mederegent van zijn vader, werd in 1554 graaf van Nassau-Wiesbaden, erfde in 1556 Idstein van zijn broer Adolf, maar stond dat in 1564 af aan zijn broer Balthasar.
Haar grafsteen van rode zandsteen werd waarschijnlijk bij de verbouwing van de kerk na 1665 in de vloer van het koor onder het hoogaltaar geplaatst, waar het in 1875 herontdekt werd. De steen toont het bas-reliëf van de overledene in eigentijdse dracht, omlijst door vierzonige pilasters en aan beide zijden van het hoofd tevoorschijn komende rozenblaadjes. Oorspronkelijk droeg de steen vier wapenschilden, waarvan alleen de twee bovenste op de hoeken de inscriptierand doorsneden. De twee onderste wapenschilden zijn als gevolg van aanzienlijke schade aan het onderste kwart van de steen verloren gegaan. Het oppervlak is versleten en de inscriptie is beschadigd, het onderste deel van de steen is vernield. Op de rand een rondlopende grafinscriptie die linksboven begint en luidt: “AN(N)O · l · 5 · 24 · DEN · 27 / IVNY · STARB · DIE · WOLGEBORNE · AD[RIANA GEBORNE GRAVIN ZV BERGEN VND WALEN GRAV]IN · ZV · NASS(AW) · FRAW · ZV · WISBA(DEN) V(N)D · IZST(EIN) · DER · GOT · GENE(DIG) · SY · AM[EN]”. De tekst van de inscriptie op de grafsteen en het grafmonument is vrijwel identiek. De vormen van de letters en de ornamenten en details van de figuur op de steen komen inderdaad overeen met die van Filips, zodat de gelijktijdige productie van de grafstenen in 1558 aannemelijk is.[8]
Het reeds in de 17e eeuw beschadigde en later verminkte en veranderde grafmonument van witte kalksteen is aan de oostelijke wand van het ridderkoor geplaatst. Het grafmonument heeft een rijke Renaissance-architectuur die zich boven de brede sokkel met de grafinscripties voor Filips en Adriana verheft. De twee staande figuren van het echtpaar zijn in deze lijst geplaatst; een rijkelijk versierd driehoekig fronton vormde oorspronkelijk het bovenste uiteinde van het monument. Inmiddels ontbreekt naast dit fronton ook het grootste deel van de linker pilaster, waarop de wapenschilden van de zijde van de man waren geplaatst. In Adriana's inscriptie begint de eerste regel met een bredere woordruimte en gaat dan dichter bij elkaar in de volgende regels met smallere, dichter bij elkaar staande letters. De H toont een naar beneden uitpuilende balk, de bogen van B en R zijn open. Er zijn hoofdletters gebruikt; de woordverdeling wordt gekenmerkt door kleine driehoekjes. De inscriptie voor Filips luidt: “ANNO · l · 5 · 58 · DE(N) · 6 · JVNY · STARB / DER · WOLGEBORN · PHILIPS · GRAVE / ZV · NASSAW · HER · ZV · WISBADEN / VND · ITZSTEIN · DES · SELE · GOTT / DER · ALMECHTIG · EIN · SELIGE / VFFERSTEHVNG · VERLEIHE(N) · WOLL · A(MEN)” en de inscriptie voor Adriana luidt: “ANNO · l · 5 · 24 · DEN · 27 · JVNY / STARB · DIE · WOLGEBORN · ADRIANA / GEBORNE · GRAVIN · ZV · BERGEN VND / WALEN · GRAVIN · ZV · NASS(AW) · FRAW · ZV / WISBA(DEN) · V(N)D · ITZST(EIN) · DER · GOT · EI(NE) · SELIGE / VFFERSTEVNG · VERLEIHE(N) · WOLLE A(MEN)”.[9]
Dek, A.W.E. (1970). Genealogie van het Vorstenhuis Nassau. Europese Bibliotheek, Zaltbommel.
(de) Otto, Friedrich (1888). Allgemeine Deutsche Biographie. Band 26. Duncker & Humblot, Leipzig, "Philipp I. (Graf zu Nassau-Idstein und Wiesbaden)", pp. 13-14.