Na de dood van de kinderloze vorst Woldemar van Lippe in 1895, werd Adolf regent voor diens broer, de geesteszieke Alexander van Lippe. Dit had Woldemar bij testament bepaald. De rechten op de troon van Lippe werden evenwel aangevochten, door de twee grafelijke linies te weten Huis Lippe-Biesterfeld en Huis Lippe-Weißenfeld. De Duitse keizer was op de hand van zijn zwager, de Lippische landdag besloot een en ander over te laten aan een bemiddelingsraad. Deze deed - onder voorzitterschap van Albert van Saksen - in 1897 uitspraak, namelijk dat graaf Ernst van Lippe-Biesterfeld, de grootvader van de latere Nederlandse prins-gemaal Bernhard, de wettelijke opvolger was. Graaf Ernst trad op 17 juli1897 triomfantelijk zijn vorstendom binnen. Prins Adolf trok zich hierop terug in Bonn.
Zijn huwelijk met Victoria van Pruisen bleef kinderloos.