Constantius Gallus, neef en vertrouweling van Constantius II, voert een schrikbewind in de oostelijke provincies. De stad Constantinopel stuurt een afgezant naar Rome om Constantius tot ingrijpen te bewegen.
Keizer Constantius II laat Gallus wegens wanbeheer in Pola (Kroatië) terechtstellen. Volgens de Romeinse historicus Ammianus Marcellinus wordt hij onthoofd en na de executie worden zijn hoofd en zijn gezicht onherkenbaar verminkt.