250 : De Pest van Cyprianus teistert het Romeinse rijk en veroorzaakt een wijdverspreid tekort aan mankracht in de landbouw en het leger.
Godsdienstdwang
250 : Edict van Decius : iedere burger van het Romeinse Rijk is verplicht de keizerlijke goden te aanbidden, onder het moto religio (religie) en pietas (plicht), met als doel het creëren van samenhang en stabiliteit in het Rijk. De burgers zijn verplicht een openbare offerdienst te plegen in bijzijn van een officiële ambtenaar. Daarna krijgt hij een document, een libellus. Vooral de christengemeenschap verzet zich tegen deze praktijk, met alle gevolgen van dien.
258 : Keizer Valerianus ontneemt de christenen het recht van vergadering, en hij sluit hun godshuizen en verbiedt ze de eigen begraafplaatsen te gebruiken. In 258 draagt paus Sixtus II toch het H. Misoffer op in de catacomben van Pretextatus, hetgeen dus tegen de wet van de keizer ingaat. Sixtus wordt verraden en op 6 augustus samen met vier van de zeven diakens ter dood gebracht.
Cyprianus, de bisschop van Carthago in Noord-Afrika, wordt op 14 september 258 onthoofd omdat hij weigert te offeren aan de heidense goden, zoals keizer Decius alle burgers heeft opgedragen.
Goten
251 : Slag bij Abrittus. De poging van keizer Traianus Decius om tussen de Balkan en de Donau voorgoed met de Goten af te rekenen loopt op een mislukking uit. Decius en zijn zoon Herennius Etruscus worden verslagen en sneuvelen. Generaal Trebonianus Gallus wordt de nieuwe keizer en sluit vrede met de Goten.