In 1846 werd 2-methylpyridine voor het eerst geïsoleerd uit teer door T. Anderson.[1] Het was daarmee de eerste pyridinebevattende verbinding die als zuivere stof werd geïsoleerd.
2-methylpyridine wordt voornamelijk gebruikt als uitgangsstof voor de productie van 2-vinylpyridine. Daartoe wordt het in reactie gebracht met formaldehyde, waarna het ontstane alcoholgedehydreerd wordt:
Daarnaast is 2-methylpyridine een precursor voor nitrapyrine, dat gebruikt wordt als stikstofstabilisator in de landbouw.[2]
↑(en) T. Anderson (1846) - On the constitution and properties of Picoline, a new organic base from Coal Tar, Edinburgh New Phil. J. XLI
↑(en) S. Shimizu, N. Watanabe, T. Kataoka, T. Shoji, N. Abe, S. Morishita & H. Ichimura (2002) - Pyridine and Pyridine Derivatives, Ullmann's Encyclopedia of Industrial Chemistry