1 - Publius Helvius Pertinax wordt keizer van Rome (uitgeroepen op oudejaarsavond). De Senaat benoemt hem tot Pater Patriae ("Vader des Vaderlands") en spreekt na het overlijden van Commodus een damnatio memoriae (vervloeking van de nagedachtenis) uit.
Pertinax wordt door de burgers ingehuldigd als keizer en belooft voor iedere lijfwacht van de pretoriaanse garde een som geld: 12.000 sestertiën. De schatkist (1 miljoen sestertiën) raakt uitgeput; hij moet om de staatskosten te drukken de kostbaarheden en slaven van Commodus bij opbod verkopen.
3 - Senatoren proberen in het keizerlijke paleis een staatsgreep te plegen, maar deze wordt door de pretorianen verijdeld.
maart
Pertinax inspecteert de graantoevoer in Ostia, tijdens zijn afwezigheid wordt een samenzwering van de Senaat onderdrukt.
28 - De corrupte pretoriaanse garde bestormt het paleis en vermoordt Pertinax. Tot de opstandige lijfwachten spreekt hij zijn laatste woorden: "Mijn dood stelt niets voor, ik ben al een oude man, die lang genoeg geleefd heeft." De rijke senator, Marcus Didius Julianus, wordt door de Senaat erkend als troonopvolger.