Antiochus IV wordt als politiek gijzelaar omgeruild met zijn neef, de 12-jarige Demetrius I Soter. Dit volgens de eisen van de "Vrede van Apamea" (189 v.Chr.).
Seleucus IV Philopator laat door de oorlogsschatting zijn raadsheer Heliodorus, de Joden hoge belastingen opleggen in Jeruzalem. Vanwege deze strenge maatregelen komt hij in conflict met Heliodorus en wordt vermoord.