1483 : Vlaamse Opstand tegen Maximiliaan. Als aartshertog Maximiliaan, die na de dood van zijn vrouw Maria van Bourgondië het regentschap uitoefent voor zijn zoon Filips, de regentschapsraad voor Vlaanderen ontbindt en de vijandigheden met Frankrijk wil hervatten, gaan de adel en de steden hiermee niet akkoord.
In 1484 gebiedt Maximiliaan de buitenlandse kooplieden in Brugge hun handel te verplaatsen naar Antwerpen. Daartoe wordt in 1485 de Oude Beurs gebouwd.
De Herentalse Vaart wordt gegraven tussen 1486 en 1491 om de brouwerijen in de stad Antwerpen van zoet en zuiver water te voorzien en om paarden te drenken.
1488 : Jonker Fransenoorlog is de laatste oprisping van de Hoekse en Kabeljauwse twisten.
1482-1483 : Diogo Cão maakt in opdracht van koning Johan II van Portugal twee ontdekkingsreizen langs de westkust van Afrika. Op zijn eerste reis ontdekt hij de rivier de Kongo en komt hij in contact met het stroomopwaarts gelegen Bakongo koninkrijk. Daarna volgt hij de Afrikaanse kust tot aan Kaap Santa Maria in Angola.
1486 : Ahuitzotl wordt heerser van het Aztekenrijk. Tijdens zijn regering zal het rijk in oppervlakte verdubbelen.
Godsdienst
1484 – Paus Innocentius VIII vaardigt zijn Heksenbul uit: Summis desiderantes affectibus (Er zijn mensen die bezeten zijn). Heinrich Kramer (ook: Henricus Institoris), een dominicaanseinquisiteur voert heksenprocessen in verscheidene Duitse steden. Hij wordt tegengewerkt door plaatselijke bisschoppen, die in de meeste gevallen de verdachten weer loslaten. Dit maakt hem nog vastberadener (vandaar de bijnaam institoris) heksen en ketters te vervolgen. Hij schrijft het boek Malleus maleficarum of Heksenhamer.
In 1488 vindt na een oproep van de paus een kruistocht plaats tegen de waldenzen, die zich echter in de Alpen schuilhouden.
de Spaanse Inquisitie stuurt tussen 1478 en 1490 ongeveer 2.000 mensen naar de brandstapel en "verzoent" 15.000 mensen met de kerk. Het gaat voornamelijk om joodse bekeerlingen die ervan worden verdacht heimelijk de joodse feesten te vieren.
De Aduarder Kring komt regelmatig bijeen in het klooster van abt Henricus van Rees. Naast hem bestaat ze uit aanhangers van de Moderne Devotie als Rudolf Agricola, Wessel Gansfort, de onderwijshervormer Alexander Hegius uit Deventer, Johannes Oostendorp (schoolbestuurder van Hegius’ school), Rodolphus Langius uit Münster en veel minder bekende jongere kloosterlingen. De groep krijgt van Gansfort de dringende raad om de Bijbel te lezen.
In 1481 benoemt koningin Isabella I van Castilië haar biechtvader, de Dominicaan Tomás de Torquemada, tot grootinquisiteur. Daarna worden in Castilië ongeveer zevenhonderd mensen van Joodse afkomst levend verbrand die christelijk gedoopt zijn (conversos), maar ervan beschuldigd worden heimelijk nog het jodendom aan te hangen. Zo wordt de stemming gemaakt die in 1488 leidt tot een grote pogrom.