De šarplaninac (Servisch: Шарпланинац, Macedonisch: Шарпланинец, Albanees: Qen i Sharrit) is een hondenras afkomstig uit de Balkan. Heden ten dage wordt hij in de regio van Servië, Noord-Macedonië, Kosovo en Albanië nog steeds gebruikt bij het hoeden van schapen. Historisch gezien werd de Šarplaninac exclusief door Slavische volkeren gebruikt (voornamelijk in de bergen). Dit veranderde aan het begin van de 20e eeuw, toen Bosniakse (uit Montenegro) en Servische handelaren de honden aan Albanezen en Griekse herders verkochten.
Geschiedenis van het ras
De šarplaninac heeft zijn naam van de Šar Planina, een bergstreek op de grens tussen Kosovo, Noord-Macedonië en Albanië. De oorsprong van de šarplaninac is niet duidelijk, maar er wordt gedacht dat zijn voorouders uit Azië afkomstig zijn, door Alexander de Grote naar het toenmalige Pannonië gebracht (huidige Balkan). Veel herdershonden zouden afstammen van honden die tijdens de trek van Azië naar West-Europa zijn achtergebleven. De hond is een natuurlijke beschermer en bewaker van kuddes en goederen of personen. Hij wordt nog steeds gebruikt in het leger en bij douaneposten. In de middeleeuwen had zo'n beetje elke Servische ridder een šarplaninac. In die tijd werden ze silvan of zmaj (draak) genoemd.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ (en) Šarplaninac bij de FCI (zie Country of origin of the breed)
FCI-groep 2: Pinschers, Schnauzers, Molossers en Sennenhonden